Snelle groei in tijden van crisis
Hoe kun je blijven groeien in tijden van crisis?
Hoe kun je blijven groeien in tijden van crisis? Twee ondernemers slagen hierin. Presentator Paul van Liempt en zijn co-host Harald Swinkels gaan in gesprek met Quinten Selhost (Felyx) en Thijs van Leeuwen (VanderSat)
Geïnterviewde 1: Quinten Selhorst (Q)
Geïnterviewde 2: Thijs van Leeuwen (T)
Interviewer: Paul van Liempt (P)
Co-host: Harald Swinkels (H)
Q: Als we denken dat we voldoende hypothese hebben getoetst en we denken, ja, dit zou echt kunnen slagen, dan moet je - zoals wij dat zeggen - ook je ballen op het hakblok leggen.
H: Ik denk gewoon dat alle ondernemers altijd op zoek zijn naar het vernieuwen van hun eigen bedrijf, naar het gat in de markt. Je mag het prima disruptief noemen als dat je broodwinning is, maar ik denk dat het gewoon iets is van alle tijden.
P: Mijn naam is Paul van Liempt en je luistert naar de vierde aflevering van de KVK Podcast, dé podcast waarin we leren van topondernemers. Met vandaag Quinten Selhorst. Hij is medeoprichter van Felix. Dat is het elektrisch deelscooter bedrijf dat inmiddels is gevestigd in vier grote steden. Hoe breng je een goed idee tot een succesvol business concept? Dat gaan we straks aan hem vragen. En we gaan praten met Thijs van Leeuwen. Hij is directeur van VanderSat, een bedrijf dat een miljoeneninvestering ophaalde om met satellietbeelden droogte in kaart te brengen. Hoe dit bedrijf een gat in de markt vond, dat hoor je zo. Maar eerst introduceer ik natuurlijk graag mijn co-host van deze aflevering, dat is serie-ondernemer Harald Swinkels. Iedereen kent hem van de Nederlandse Energie Maatschappij, het bedrijf dat hij in 2018 verkocht. Daarna ging hij zijn jongensdroom najagen, zijn echte jongensdroom als filmmaker. Welkom, Harald!
H: Dank je.
P: Ja, je echte jongensdroom - dat mag ik eigenlijk in het begin misschien niet zeggen, want dat filmen en ondernemen is allebei even leuk: maar als je toch moet kiezen?
H: Nou ja, je kan ook ondernemend filmen, dus er hoeft helemaal niet gekozen te worden.
P: Goed zo, geweldig! Daar heb je je geweldig uit gered, bij mij ook! Vandaag hebben we twee snelgroeiende bedrijven te gast. Die worden ook wel scale-ups genoemd. We noemen het nu even snelgroeiende bedrijven, een fase voor jou niet onbekend. Wat maakt die fase voor jou bijzonder en ook prikkelend?
H: Nou, als je echt heel hard gaat groeien - we hebben toen met de Nederlandse Energie Maatschappij een keer een groei van 2500 procent doorgemaakt in een jaar. Dat voelde gewoon als een tweehonderd meter sprint waar ondertussen allerlei mensen proberen je onderuit te schoffelen. O lekker ja. En iedere dag krijg je als ondernemer dan een bak ellende over je heen die je dan operationeel moet oplossen. En wat er ook nog bij komt kijken - dat was één van de dingen die er met name terugkijkend uitsprong - is dat je ook als bedrijf gaat veranderen. Dus als je niet meer met de eerste tien bent, maar je gaat naar vijftig en naar honderd, dat zijn iedere keer van die psychologische drempels waardoor ook mensen van het eerste uur bijvoorbeeld niet meer mee kunnen in die volgende fase, en die gaan ook zeggen: "Het is niet meer zoals vroeger", allemaal dat soort dingen. Dat waren best heftige tijden, ook emotioneel.
P: Juist emotioneel, dit lijkt me behoorlijk emotioneel op allerlei fronten trouwens. Maar hoe kun je je daar tegen wapenen, want dat is natuurlijk de grote vraag, en hoe los je dat op?
H: Wat altijd heel belangrijk was, was het feit dat je samen met je compagnon of compagnons allemaal dezelfde visie had dat je met z'n allen naar voren wilde. En het was ook een kwestie van iedere dag "Laden, laden, laden" - zoals we dat noemen - bij de medewerkers wat de boodschap was, waarom we het allemaal met z'n allen aan doen waren, en op die manier, als je iedereen daar de schouders onder laat zetten, dan red je het.
P: Ja, het is mooi dat je dit zegt, want heel vaak zitten mensen in zalen ook te knikken, "Ja, dat moet", maar je bedoelt het letterlijk. Het is echt elke dag laden, het is onvermoeibaar, en dus ook hard zijn tegen mensen die niet meegaan of gaan liggen zeiken?
H: Ja, bijvoorbeeld het medewerkersverloop en de groei in medewerkers, dat had bij ons natuurlijk altijd een soort zaagtandvormpje: bij iedere nieuwe fase van het bedrijf moest je ook even de lakens opschudden. En dan had je de mensen die vol door wilden gaan en je had mensen die eigenlijk op de rem gingen staan. En die laatste, die moet je dan, ondanks dat het soms echt bijna familieleden van je zijn geworden in de jaren van hard werken, moet je die toch achter je laten.
P: Ja, maar je moet ook misschien wel zo genuanceerd zijn, of juist niet, om te denken: 'Nou, er is er één bij die wel op de rem staat, maar niet om te zeuren, maar die heeft gelijk'. Want soms moet je je ook even inhouden, of is dat niet waar?
H: Nou, dat is natuurlijk wel waar. Je moet sowieso zorgen dat je niet allemaal ja-knikkers om je heen verzamelt, maar dat zijn vaak wel de mensen die ook met je mee willen naar die volgende fase.
P: En dan, de bedrijven waarover we gaan praten, die worden, laat ik zeggen al sinds een jaar of vijf disruptief genoemd, een term die steeds meer in opkomst is geraakt en waar jij geloof ik niet zo van houdt!
H: Nou nee, ik vind het echt enorm jeukwoord, disruptief. Echt zo'n woord wat trendwatchers gebruiken om grote corporate bedrijven bang te maken. En dan zeggen ze ook altijd 'disruptief!' zoals Airbnb en Uber, maar heel veel meer voorbeelden noemen ze dat ook nooit. Ik denk gewoon dat alle ondernemers altijd op zoek zijn naar het vernieuwen van een eigen bedrijf, naar het gat in de markt, en je mag het prima 'disruptief' noemen als dat je broodwinning is, maar ik denk dat het gewoon iets is van alle tijden.
P: En straks, de bedrijven die ik aankondigde, Felix en VanderSat. Daar gaan we aan vragen: 'Hoe hebben zij het voor elkaar gekregen?'.
H: Ja.
P: Verschillende bedrijven, heel verschillende bedrijven ook, maar wat spreekt jou aan, aan deze bedrijven?
H: Nou, wat ik heel cool vind aan deze bedrijven is dat ze... Ik heb natuurlijk vanuit de energiemarkt ook best wel veel opkomst gezien van bedrijven die zich op duurzaamheid richten of een duurzame oplossing hadden. En vaak zag je dan dat het meer was gedreven door idealisme dan ondernemerschap, en dat je dacht 'Nou ja, het idee is op zich goed, maar de uitvoering...' Uiteindelijk resulteerde dat ook wel eens in het falen van de onderneming, en bij dit soort bedrijven zie je dat ze technologie gecombineerd met een goeie commerciële inslag inzetten om tot die duurzame oplossing te komen. Ja, dat vind ik bewonderenswaardig!
P: Ja, de eerste die staat al te glimmen bij deze woorden. Kijken of het allemaal waar is. Je houdt ons scherp, hè? Je blijft er gewoon bij ook tijdens dit gesprek. Je gaat mij ook in reden vallen, dingen toevoegen als het echt nodig is. Ik weet zeker dat dat een keertje nodig is. En dan ga ik nu praten met de eerste gast, Harald. We horen jou zo meteen nog.
P: En tijd dus voor onze eerste gast. Dat is Quinten Selhorst van Felix. Dat is het deelscooterbedrijf, inmiddels is dat gevestigd in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Brussel. Hij dacht Utrecht. Maar nee, het is Brussel. Hoe komt dat, Quinten?
Q: Klopt, maar inmiddels ook in Groningen en in Delft, dat zijn jullie nog vergeten in Nederland.
P: Maar geen Utrecht, hoe komt dat?
Q: Nee, omdat de gemeente Utrecht nog niet zo ver is met het vormen van haar beleid, dus daar mogen nog geen operators zoals Felix actief zijn.
P: Wat gek zeg. Dus Utrecht, loopt achter. Utrecht weet niet wat ze missen eigenlijk.
Q: Ja, dat is wel een beetje onze perceptie. Wat je wat je wel vaak ziet, is dat nieuwe ideeën - en Felix is een nieuw idee wat we in de markt hebben gezet in 2017 - lopen eigenlijk altijd voor op wet en regelgeving, dus soms zie je dat het beleidsvoerend kader daar iets achteraan loopt. Sommigen zijn daar wat sneller in. Rotterdam is één van de eerste steden in Nederland, maar je ziet ook heel veel steden volgen. En Utrecht neemt daar nog iets meer tijd voor. Maar ik weet zeker dat dat wel gaat komen.
P: Ik woon in Amsterdam. Ik loop en fiets daar vaak, kijk om me heen, en een half jaar geleden zag ik heel af en toe zo'n groene scooter voorbijkomen.
Q: Ja.
P: Nu struikel je erover hè. Het is niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Dat heb jij voor elkaar gekregen, terwijl je bent begonnen in 2015 - dat is niet eens zo lang geleden - als consultant. Misschien moet ik wel zeggen doodgewone consultant.
Q: Ja.
P: Hoe ontstond het idee voor Felix in jouw brein?
Q: Het idee ontstond eigenlijk omdat wij, en met wij bedoel ik ook de andere co-founder, wij maakten toen veel privégebruik van alle deelauto's die op dat moment bestonden, zowel zakelijk als privé, ook in het buitenland. En al wonende in Amsterdam, als huisgenoten, hadden we best wel vaak al verschillende ideeën, maar wij zochten ook eigenlijk na slimmere, snellere manieren van transport in een stad. Want zelfs met een deelauto, ook al heb je niet meer de lasten van het bezit van hun eigen auto, loop je nog wel tegen de problemen aan van bijvoorbeeld filevorming en dat het soms lang kan duren.
P: Maar zoals je het nu omschrijft, nog meer een - ja je praat met je huisgenoten - meer een idee voor jezelf.
Q: Ja, dus op dat moment het was gewoon een idee waar wij het vaak over hadden. Wij zagen op een gegeven moment de oplossing in gewoon brommers die heel snel van a naar b gaan in steden. En zeker ook buiten Nederlandse steden, waar de afstand een groter zijn of waar bijvoorbeeld meer hoogteverschil is, daar zie je dat dat echt een hele grote meerwaarde heeft ten opzichte van fietsen. En toen dachten we bij onszelf waarom bestaat eigenlijk al wel autodelen maar nog niet brommerdelen. En daar is het zaadje eigenlijk geplant.
P: Ja, het zaadje is geplant, maar ja, dan begint het pas. Ik bedoel: wat is dan de volgende stap hè? Want dan is het een leuk ideetje, maar dan moet je echt de handen uit de mouwen, geen consultant meer zijn. Misschien ook wel niet meer in loondienst gaan werken.
Q: Ja, precies ja. En wat iedereen daar ook altijd van zegt en denkt, en vaak hoor je dan van als je echt in gelooft dan moet je het gaan doen. Ik kan je verzekeren – het blijft altijd een hele grote stap om al je zekerheid - comfortabel salaris, een auto van de zaak, laptop...
H: Hoelang was je al in loondienst?
Q: Drie en een half jaar.
H: Drie en een half jaar?
Q: Ja. En dan is het toch, je moet op een gegeven moment toch een keuze maken. Van oké, ik geloof erin. Je er een beetje in de avonden aan gewerkt, je hebt er in de weekenden aan gewerkt. We hadden wel een harde deadline gezet. Dat was april 2016. Toen hebben we gezegd, okay, als we denken dat we voldoende hypothese hebben getoetst en we denken van ja, dit zou echt kunnen slagen, dan, zoals wij dat zeggen, moet je ook je ballen op het hakblok leggen. En alles daarvoor aan de kant schuiven – en dat hebben we toen gedaan.
P: De eerste fase, Harald, is wel interessant, hè? Dat is toch vaak... Dan mag je ook denken 'ik doe dit maar, dit is een wild idee', maar zorg dat je toch nog enige zekerheid op de achtergrond hebt. Is dat wel een goeie les eigenlijk of niet?
H: Nou, dat vraag ik me af. Het ligt er een beetje aan dat je ziet vaak. Als ik mensen tegenkom op borrels die zeggen "Ik had ooit ook een ondernemersidee, maar ik ben in loondienst gegaan"... Je moet het in ieder geval doen vóórdat je omkomt in de vaste lasten. Zo gauw je dikke hypotheken enzo op jezelf gaat laden, wordt die stap iedere keer alleen maar groter. Ik heb zelf het geluk gehad dat ik ben gaan ondernemen in de studentenbanken en toen had ik altijd nog mijn studiefinanciering om op terug te vallen. Dus daar was die drempel wel wat lager. Dus ik kan me wel voorstellen dat die drempel hoog is, als je in principe in het gespreide bedje van een loondienst zit. Alleen de andere kant is natuurlijk - ik denk ook helemaal als je in de avonduren al bezig bent - dat je merkt dat de lol van het ondernemen wel groter is dan de lol van het in dienst zijn.
P: Voor Quinten echt heel veel lol. Hij heeft zelfs zijn ballen op het hakblok er voor gelegd. Ik bedoel, dan moet je toch echt behoorlijk veel lol erin zien.
Q: En ook inderdaad wel bewust die keuze willen maken. Uiteindelijk zijn wij in 2017 de markt op gegaan en hebben wij in die zomer voor het eerst echt hele lage salarissen uitgekeerd aan onszelf. Dus die periode daartussen is gewoon een fulltime... ja dat je jezelf moet bedruipen, leven van je spaarcenten, investeren, prototype scooters die je moet kopen. En ik denk dat, voor mij in ieder geval wel, ook echt een belangrijk onderdeel is geweest van het ondernemen. Want dan heb je gewoon skin in the game. En ja, zorg je er gewoon voordat je jezelf en iedereen in jouw omgeving die jou een beetje probeert te helpen met vriendendiensten wel...
P: Maar als ik nu kijk naar Felix, hoe ik er gebruik van kan maken. Dat moet je even zeggen. Want daar zat ook een fase tussen. Maar hoe kun je er nu gebruik van maken? En ja, hoe is het inderdaad tot dat moment gekomen?
Q: Ja, dat is eigenlijk heel simpel. Op het moment dat je gebruik wil maken van onze dienst. Dan kun je naar een scootertje toelopen en dan download je het appje in de App Store of een Google Play store en dan registreer je je account. Dan moet je je rijbewijs en je creditcardgegevens daaraan koppelen. En dan wordt je eigenlijk volledig geautomatiseerd ge-onboard zoals dat heet, dat duurt ongeveer anderhalve minuut. En dan stap je op het scootertje en dan rij je weg.
P: Ja, het is voor jou nu echt, zoals je het vertelt, ook wel een geroutineerd verhaal. Ik bedoel, je zit er niet eens zo gek lang in, maar dit is het gewoon. Dat kun je meteen duidelijk neerzetten. Maar toch, die fase van dat je besloot om dit echt te gaan doen, dat je alles ervoor opzij zette, tot dit moment waarop je dit nu eigenlijk al met veel zelfvertrouwen kunt vertellen, wat is er in die tussentijd gebeurd? Om zeker te zijn dat je dit wil gaan doen.
Q: Ik denk dat het belangrijkste is dat je - op het moment dat je een nieuw idee hebt - dat idee probeert te toetsen op de verschillen belangrijke onderdelen waarom een business idee kan slagen. En dat zit hem deels in kan je er een businessmodel uit maken zodat je er daadwerkelijk ook geld mee kunt verdienen en dat het zichzelf uiteindelijk kan bedruipen. Je moet ervoor zorgen dat je weet hoe het wet en regelgeving kader omtrent je idee in ieder geval met deelmobiliteit werkt. Je moet andere mensen ervan overtuigen dat ze geld moeten investeren in jouw bedrijf omdat je het geld nodig hebt om het uiteindelijk van de grond te krijgen. En je moet heel goed weten - en dat is misschien wel de allerbelangrijkste - of de waarde propositie die jij in je hoofd heb geformuleerd of die inderdaad net zo belangrijk is voor uiteindelijk de klanten die daadwerkelijk geld moeten betalen om dat te doen.
P: En dit alles bij elkaar, dat klinkt inderdaad als die tweehonderd meter waar Harald het over had en tijdens die tweehonderd meter gebeurt dus van alles, hè?
Q: Ja.
P: Om je te laten struikelen.
Q: Ja.
P: Om het mis te laten gaan.
Q: Ja, ja.
P: Waar ben jij tegenaan gelopen?
Q: Ik denk dat er een verschil zit tussen die conceptfase waar ik het net over had. Wij hebben daar ongeveer een jaar over gedaan om het allemaal dusdanig uit te werken, uit te denken, te toetsen, totdat we uiteindelijk het kapitaal hadden om te kunnen lanceren in de zomer. Sinds 2017 als bedrijf zijn we echt waanzinnig gegroeid. Ik denk waar we nu tegen aanlopen is dat je, zoals Harald net in de introductie al zei... We groeien gewoon als bedrijf enorm hard. Dus afgelopen maand zijn vijftien nieuwe collega's gestart in dezelfde maand, de eerste van de maand. Hoe zorgen ervoor dat die allemaal de juiste cultuur gaan voelen die wij als bedrijf zijnde hebben? Hoe zorg je ervoor dat de organisatiestructuur nog steeds passend is? Dat is anders als je een Nederlandse bedrijven met één stad. Dat is anders als je een Nederlands bedrijf met vier steden. En het is ook totaal anders als je een Nederlands en buitenlands bedrijf bent.
P: Maar hoe doe je dit elke dag om iedereen erbij te betrekken? Want dat is inderdaad een wijze les.
Q: Ik denk dat het enorm belangrijk is dat je... De kracht zit, denk ik, echt in herhaling. Dus je moet zorgen dat je een heel goede cultuur neerzet, dat je die documenteert, dat je je branding, zowel intern als extern, daar ook op aanpast, en dat je dat keer op keer op keer blijft herhalen naar je team toe, zowel in de goede tijden als in de slechte tijden. En ik denk, als je dat hebt, dan creëer je echt een winnaarsmentaliteit. Een mentaliteit waar van mensen elke dag opnieuw die extra stap willen zetten voor je. En ik denk dat dat echt de basis voor het succes voor elk bedrijf.
P: Heb je van Harald al een paar adviezen gekregen? Misschien komt er zo meteen nog eentje. Maar je komt ook uit een ondernemersgezin, dus je zult thuis ook wat te horen hebben gekregen. Zijn ze trots op je?
Q: Ik heb daar niet per se heel veel over met mijn ouders, maar ik ga daar wel vanuit. En ik weet ook wel dat ze trots zijn op hetgeen wat ik doe. Of wat we doen. Ik denk dat het wel belangrijk is dat mijn ouders - zij hebben eigen zaak, een groothandel in textiel - zijn echt nog een hele andere generatie van ondernemen. Zij bemoeien zich ook niet al te veel met mij, dat is ook gewoon een andere wereld.
P: Geven ook niet te veel complimenten. Dat zit ook niet in de aard dan?
Q: Nee, nee, ik denk dat dat misschien ook een beetje de Twentse nuchterheid is, waar ik vandaan kom.
H: Heb je nog broers of zussen?
Q: Ja, ik heb een zus. En die is tandarts, dus dat is een hele andere...
H: En is die ouder?
Q: Ja, die is twee jaar ouder, ja. Ja, die is 34, ik ben 32.
H: Grappig. Ja, ik heb ooit eens een keer ooit toen ik op zoek was naar het waarom van ondernemen, toen wees mijn oude scriptieprofessor mij op een onderzoek, waaruit bleek dat ondernemers vaak niet de eerstgeborene uit het gezin zijn.
P: Ja, dat klopt wel ja.
H: En het schijnt dat als je opgroeit al met een natuurlijke opponent, dat maakt je assertiever en dan zou je eerder overgegaan tot ondernemen.
P: Dit klinkt als een geweldig verhaal natuurlijk, hè? Over alles nagedacht, ook die nuchterheid, die er ook nog in zit, ook nog de balans die daar in zit en zo, maar toch, jij kunt heel kritisch kijken en je kijkt ook altijd kritisch naar deze verhalen. Het is een prachtig verhaal. Maar als je hier naar luistert, wat zou je nog kunnen toevoegen, Harald? Waar moet je op letten?