Innoveren voor een duurzame toekomst
In tijden van corona neemt de roep om duurzaam ondernemerschap toe.
In tijden van corona neemt de roep om duurzaam ondernemerschap toe. Maar hoe slaag je daarin? Presentator Paul van Liempt gaat samen met co-host Ruud Koornstra hierover in gesprek met 2 bijzondere innovatie koplopers. In deze aflevering laten ondernemers Maurits Groen (Kipster) en Jeroen Willemsen (Food for Impact) zien hoe zij succesvol ondernemen en bijdragen aan de eiwittransitie.
Geïnterviewde 1: Jeroen Willemsen (J)
Geïnterviewde 2: Maurits Groen (M)
Interviewer: Paul van Liempt (P)
Co-host: Ruud Koornstra (R)
MKB, en zeker dat micro-MKB, die échte kleine starters, dat zijn de transitieversnellers.
Ik denk dat die innovatiekant vooral zit bij de sector. De sector gaat het ietsje beter doen, maar van buiten de sector komen de vernieuwers en die gaan het heel anders doen. En dat is nog veel heftiger dan innovatie.
P: Mijn naam is Paul van Liempt en je luistert naar de tweede aflevering van de KvK Podcast waarin we in gesprek gaan met prominente ondernemers uit de MKB en KvK Innovatie Top 100 van de afgelopen jaren. Wat kunnen we van hen leren als het gaat om duurzaam innoveren en hoe hou je het hoofd koel in crisistijd. Daarover ga ik zo meteen in gesprek met twee prominente ondernemers en dat doe ik samen met mijn co-host deze aflevering: duurzaam ondernemer en energiecommissaris Ruud Koornstra. Ruud, welkom. Zeg het maar. Met wie gaan we praten?
R: Het wordt een hele mooie aflevering, want we hebben Jeroen Willemsen. Die ken ik uit de tijd dat hij volgens mij de eerste was die in de wereld begon met vleesvervangers die ook nog te eten waren. En Maurits Groen en ja, hij heeft eigenlijk geen introductie nodig, maar de man die het licht bracht met WakaWaka en nu een vriendelijke, vrolijke, gezonde, blije kip eieren laat leggen met Kipster.
P: Zo! Het heeft een beetje met elkaar te maken bijna die onderwerpen. We kijken ernaar vooruit, hè?
R: Nou ja, als ze elkaar maar niet opvreten die mannen zo!
P: Nou, dat zou ik juist wel mooi vinden. Jij bent voorzitter van de KvK Innovatie Top 100-jury. Je buigt je ook dit jaar dus weer over de deelnemers. De ondernemers die we vandaag spreken zijn twee ondernemers die je dus allebei goed kent, dat blijkt ook, hè. Maar wat hoop je van hen te leren?
R: Nou, het zijn twee ondernemers die echt disruptief zijn. Je hebt dus partijen die het altijd gingen innoveren. Dus die gingen dat wat ze doen een beetje beter doen. En deze mannen gingen het anders doen. Dat heet disruptie, dat is vernieuwing. En daar zit wel verschil en ik denk dat die innovatiekant vooral zit bij de sector. De sector gaat het ietsje beter doen, maar van buiten de sector komen de vernieuwers en die gaan het heel anders doen. En dat is nog veel heftiger dan innovatie.
P: Nou, dat wordt een mooie aflevering. Tijd voor onze eerste gast: Jeroen Willemsen. Medeoprichter van vleesvervangersproducent Ojah en oprichter van Food for Impact. Welkom Jeroen.
In 2012, dat is een tijdje geleden, maar toch, de tijd gaat hard, kreeg jouw bedrijf de titel meest innovatieve bedrijf van Nederland. Zo is het letterlijk gezegd. En drie jaar later neem je afscheid van je bedrijf om je missie als eiwitcommissaris, hè, want zo noemt Ruud jou voortdurend.
R: De nationale eiwitcommissaris!
P: Ja zeker, nee je bent er ook dankbaar voor zie ik, mooi natuurlijk hè, om die missie voort te zetten met Food for Impact. Hoe zou jij zelf die rol als eiwitcommissaris, hoe zou je die zelf willen omschrijven?
J: Ja, allereerst even een hele kleine correctie, want we hebben het wel steeds over vleesvervangers, ja? Nee, Paul…
R: Nee!
J: Vanaf nu, vanaf nu: vleesopvolgers, ja? Dus als je…
R: Nee, maar dat kende ik nog niet!
P: Maar dat is geen correctie dat is een nieuw woord, dat is een leermoment, geweldig zeg! Hé, fantastisch!
J: Dus neem het me niet kwalijk. Vanaf nu als we het daarover hebben, vind ik prima, maar dan hebben we het over vleesopvolgers. Nee, dan jouw vraag. Ik ben zeer vereerd met die titel groene nationale eiwitcommissaris van Nederland en ik heb een jaar of twaalf geleden, toen ik begon met dat bedrijf dat later die zeer mooie prijs in de wacht sleepte, heb ik gezegd van: ik wil, in één generatie wil ik herstellen wat er in twee generaties is scheefgegroeid.
P: Zo…!
J: En dan heb ik het over het, ons voedselpatroon. En ja, alles wijst erop dat die vleesberg die we de afgelopen dertig, veertig jaar hebben gecreëerd, ik noem dat wel eens de proteïne paradox. We hebben die vleesberg gecreëerd, we zijn daar bovenop gaan staan, we dachten: een teken van ‘luxury’ en welvaart en gezondheid en nu we daar bovenop staan kunnen we wat verder kijken en, potdorie, we zien dat eigenlijk het tegenovergestelde waar is.
P: Mag ik je even onderbreken? Want hier tegenover ons zit Ruud. Jij bent een hele slanke man, en Ruud, uh, nou, niet, hè? Die dacht ook een teken van welvaart, lekker veel vlees eten, maar kijk eens hoeveel hij is afgevallen! Dus de boodschap is gevallen, dat vind ik echt heel knap.
R: Ja, en mag ik dan ook iets corrigeren meteen daarin? Ik ben niet te dik, ik ben te kort, dat is een hele andere benadering. En zullen het niet de vleesberg maar gewoon de vleesboom noemen? Dat vind ik veel heftiger. Dus dan doen we de vleesopvolgers en we staan op die enorme vleesboom.
P: Ja, vleesopvolgers, vleesboom… Het is, dit is echt, dit is ook meteen een taalprogramma. Ook geweldig ook hè.
J: Ja, en de uitdaging daaraan gekoppeld, en dat is waarom ik Food for Impact ben gestart na mijn avontuur bij Ojah, is van ja: als je nou bovenin die vleesboom zit. Je wil niet naar beneden kukelen. Je wil wel gezond en wel nog weer beneden komen. En in transitietermen heb je het dan over het doorvertalen van bewustwording naar gedrag. En dat, dat is niet van vandaag op morgen geregeld. Je kunt niet zomaar zeggen: ja, spring maar uit die boom, of: spring maar in dat ravijn en dan komt het allemaal wel goed.
R: Maar Jeroen. Even, 2012. Er is natuurlijk een hoop gebeurt in die acht jaar, maar in wezen is natuurlijk de Vegetarische Slager die ergens ooit bij jou toch ontkiemd is. Met de producten van jou is die tot stand gekomen, is nu van Unilever. Het wordt gemeen goed. Als ik in Albert Heijn loop dan zie ik toch dat er een groot deel van de vitrines langzaam is zonder dieren. Het is wel begonnen! Het rolt nog niet voor je uit, maar er is wel wat gebeurd in die acht jaar.
J: Ja, het is niet alleen begonnen. Het is echt wel nu… Het is echt veel meer dan een hype dan het toen was. Ik weet nog in die tijd inderdaad, ik heb van jou geleerd, Ruud, zelfs nog… Jij kwam toen bij mij op het bedrijf, hè? We hadden meer ruimte dan dat we productiefaciliteiten hadden. En je zei tegen mij: Jeroen, luister naar iedereen, maar doe wat je zelf goed acht. En in die tijd hebben heel veel mensen tegen mij gezegd: het gaan niet wat worden. Dit is een niche van een niche. Plantenvlees? Wat is dat nou, plantenvlees? Ja, dat is vlees gemaakt van planten! En iedereen zei van: ja, maar hier moet je een merk omheen bouwen, en toen ontmoette ik Jaap, Jaap Korteweg. Die kwam naar me toe en zei: Ja, ik wil de eerste vegetarische slager worden van Nederland. Toen dacht ik bij mijzelf van: ja, wacht eens even. Als ik het nou maak en ik help jou om de wereld daarin ook een beetje te veranderen vanuit jouw kracht… Jaap als individu, ook als veranderaar. Ik zeg van: nou prima, dan is dat precies mijn rol die ik moet hebben. En dat is ook in mijn… als ik terugkijk naar die tijd, ook naar 2012, het jaar waarin we die titel kregen dacht ik van ja, wat is er in die tijd gebeurd? MKB, en zeker dat micro-MKB, die échte kleine starters, dat zijn de transitieversnellers. Dat zijn de échte transitieversnellers!
P: Ja maar dat zijn vooral degenen, ik vind het ook heel mooi dat jij het zegt, dat hoor je ook heel vaak van ondernemers: de buitenkant twijfelt, anderen zeggen: Moet je dit wel doen? Waar ben je mee bezig? Kan dit wel? Wat is jouw manier geweest om je daartegen te verdedigen? Om je in ieder geval in stand te houden en te zeggen: we gaan gewoon door en ik luister niet naar al die negatieve opmerkingen?
J: Uhm, ja dan kan ik gaan praten in bedrijfseconomische termen als risicobeleving en businessplannen en, en…
R: We willen graag de ‘mensch’, we willen graag de ‘mensch’!
J: We willen graag de ‘mensch’? Nou hier heb je de ‘mensch’, Ruud, hier heb je hem. En de mens in mij zei, en dan wordt het best persoonlijk, ik wil gezonder leven en ik wil ouder worden dan mijn ouders. Die zijn jong gestorven, ik ben ervan overtuigd dat dat mede een gevolg is geweest van het feit zoals zij waren opgevoed, zoals zij leefden, wat zij aten, waar zij gewend aan waren geraakt. En het mag gewoon niet zo zijn dat ik, maar ook mijn kinderen datzelfde lot gaan treffen als mijn ouders. En dat is wel de essentie denk ik ook van betrokkenheid en ondernemerschap.
P: Maar dan is de missie heel goed, maar weet je zeker dat je product ook goed is?
J: Nou ja, vraag dat aan al die miljoenen die, niet alleen in Nederland, maar wereldwijd genieten, écht genieten van plantenvlees. En waarom? Omdat het gewoon beter is dan de vorige versie. Vandaar ook: vleesopvolger. Dus ja, vraag het niet meer aan mij, maar aan al die duizenden.
R: Ik heb wel eens een momentje gehad, dat was bij de grote worstenmaker in het oosten van het land, Kips Leverworst, de vleesmakers zaten daar bij elkaar, het was een mooi moment. Ik had jou toen net ontmoet en ik dacht daar op zaterdagochtend: ik ga die mannen even vertellen: Jongens, waarom moet je dat nou van dode dieren maken? Waarom kan je nou die lekkere dingen niet anders maken? En toen zei opeens iemand: ja, maar we gaan toch niet worst maken van gadverdamme planten? En toen zei ik: nee maar je maakt het nu van gadverdamme gemalen koeienkut. En toen was het op zaterdagochtend ineens een hele andere stemming daar! Ik ga het niet herhalen, maar het is wel een goor verhaal als je ineens bedenkt: wat malen wij doormidden om dat worstje te maken?
P: Een keer is genoeg, zeker in deze tijd.
R: Ja precies, maar volgens mij is ook die club nu wel om van: wij zijn niet van dode dieren, wij zijn van lekkere producten die gezond moeten zijn.
J: Wij noemde dat in die tijd: dat was de Ojah-ervaring. Het bedrijf wat die prijs gewonnen heeft heette Ojah en dat kwam hiervandaan, dat kwam van twee dingen. Punt één was: ohja? Kan dat zo lekker zijn, even lekker of lekkerder dan de voorganger laten we maar even zeggen? En ook ohja van: is dit echt de impact die wij kunnen creëren? Wij als bedrijf, wij als mens, de ‘mensch’, als consument, als ondernemer, maar ook als consument. Inmiddels is het wel duidelijk dat de grootste impact die je kunt creëren of de bijdrage die je kan leveren aan een gezond, duurzaam of toekomstbestendiger ecosysteem en klimaat. Dat is om weer gezonder te gaan eten en te gaan drinken.
P: Maar toch willen ondernemers dan graag van je weten: Je hebt een succesvol bedrijf, Ojah, je stopt ermee en je gaat naar je volgende bedrijf, Food for Impact. En wat is precies het moment: wanneer weet je dat je met het ene moet stoppen en met het andere moet doorgaan? Want je bent relatief snel gestopt misschien wel.
J: Ja kijk ik zei al: Ik wil in één generatie herstellen wat er in twee generaties is scheefgegroeid. De helft van die generatie, mijn generatie was toen een beetje voorbij. Toen dacht ik van: Wacht eens even. Ik moet nog groter, nog breder denken dan alleen vanuit die, met veel respect, die onderneming die Ojah is. Toen heb ik gezegd: ik wil nog meer, ik wil echt werk maken van die eiwittransitie of het eiwitherstel zoals ik het ook noem. En dat werk maken zit hem ook veel meer met de ervaring die ik dan onder andere meeneem in het verbinden van die ‘menschen’ die ook zeggen van ja, maar wacht eens even, ik ga niet zitten wachten tot er iets gebeurt, ik ga laten zien dat ook kan. En niet alleen het maken van hele smakelijke, lekkere producten die voor iedereen verkrijgbaar zijn, maar ook een gezond en duurzaam verdienmodel daaronder creëren. Die etalagefunctie, die etalage die is nog.. We zitten hier in een kleine ruimte met een paar hele inspirerende voorbeelden, maar die etalage die moet veel groter, wij moeten meer van dat soort voorbeelden hebben.
P: Maar, MKB als motor van innovatie, en dan steeds groter.
J: Transitieversnellers he, transitieversnellers! En dat geldt voor Maurits en de anderen ook, alle signalen wijzen daarop: dat zijn toch die mensen, die mannen en vrouwen, die hebben gezegd: ik ga niet wachten, ik ga het zelf doen.
P: Maar wat zeg je tegen de MKB’ers in deze tijd die zeggen, ik vind het een geweldig verhaal, ik wil ook duurzaam innoveren, maar nu even niet. Vooral steeds die woordjes, die hoor je op veel gebieden: maar nu even niet. Zijn dat degenen die het niet begrepen hebben en moet je ze in een andere houding zetten?
J: Ja die hebben het inderdaad niet begrepen, want het is: maar nu juist wel!
P: Ja, dat bekent eigenlijk wel dat je tempo moet blijven maken. Dat is toch voortdurend jouw boodschap ook: tempo, tempo maken, heel snel gaan. Maar wanneer is jouw missie dan geslaagd? Ik bedoel, als je om de drie jaar weer een ander bedrijf hebt, nóg verder kan schalen?
J: Ja, mijn missie is geslaagd, en dan praat ik even als eiwitcommissaris, (dank je Ruud). Als dat thema, dat grote thema van de eiwittransitie, het herstellen van een gezond en duurzaam voedselpatroon, dat dat niet alleen zoveel aandacht krijgt als de energietransitie, maar dat er echt ook evenveel energie van alle stakeholders op zit, zoals nu de energietransitie ook heeft. En daarin ben ik geïnspireerd door mannen als Ruud. Als je nu ziet hoeveel er veranderd is in ons dagelijks doen en laten vanuit het perspectief, het bewust worden van hoe belangrijk het is, dat thema van de energietransitie en wat je kunt doen als individu. Als we dat kunnen doorvertalen naar de voedseltransitie en de eiwittransitie specifiek, dan ben ik een hele blije commissaris en dan kan ik die rol ook weer opgeven.
R: Maar, en het mooie is wat je nu ziet als ik dat nog iets mag aanvullen, want het passioneert mij ook: gezondheid is geen businessmodel. Dat is het grote probleem, dus waarom staat preventie niet op de lijst? Omdat het geen businessmodel is. Het behandelen van mensen is wel een businessmodel, dus dat staat op de lijst. In jouw geval laat je zien dat met die producten gezondheid een businessmodel wordt en dan kan het dus ook snel gaan. Dan kan dus een industrie zeggen, die zegt: wij gaan aan gezondheid geld verdienen in plaats van aan zieke mensen beter maken.
P: Ruud, echt niemand ziet het, maar Jeroen zit te glimlachen en heel blij ook. Hij is heel blij met deze woorden.
R: Maar jij ook!
P: Ik word ook steeds blijer van dit verhaal! Ik dank je hartelijk Jeroen Willemsen, medeoprichter van vleesopvolger OHJA en oprichter van Food for Impact, dankjewel.
P: We gaan praten met duurzaam ondernemer Maurits Groen, oprichter van WakaWaka, de op zon gedreven ledlamp en natuurlijk Kipster, de duurzame kippenboerderij. Maurits, welkom.
M: Dankjewel.
P: Ja, Kipster is de meest milieu- en diervriendelijke kippenboerderij ter wereld, dat is althans wat jij stelt.
M: Niemand heeft het uh… We nodigen iedereen uit om het tegendeel te bewijzen, maar het blijft al drie jaar stil.
P: Ik ben ze nog nooit tegengekomen, nee, dus het is gewoon waar. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
M: Ja, dat begint bij het voer van dieren. We kappen het Amazonegebied om, om soja te verbouwen. Dat gaat dan met vieze schepen hiernaartoe. Dat stoppen we dan in die kippen en dan veroorzaken we hier fijnstof-, stikstof- en ammoniakproblemen.
P: Kippenstront
M: De dieren zijn niet altijd even happy, terwijl, 100 jaar geleden bestond er geen enkele kippenboer, omdat die kippen hun eigen kostje bij elkaar scharrelden. Wij willen graag eieren eten, sommige mensen willen kip eten, we kunnen in Amsterdam geen 350.000 kippen rond laten lopen. Dus wij scharrelen voor die dieren, zonder dat wij het Amazonegebied om hoeven te hakken. Wij gebruiken alleen maar reststromen. Daar zijn er heel veel van: van bakkerijen, van supermarkten, van noem het maar op. Het zijn honderdduizenden tonnen per jaar, dus wij voeren ze datgene wat ze vroeger zelf bij elkaar scharrelden (dat geldt trouwens ook voor varkens). Dus daar begint het mee. De haantjes worden niet op dag één nadat ze uit het ei komen om zeep geholpen door ze in de CO2 te dopen of door de hakselmachine te halen, wat gelukkig in Nederland niet meer gebeurt, elders weldegelijk, of gewoon levend begraven wat ook nog gebeurt, dat gebeurt niet. Vervolgens hebben ze een fatsoenlijk leven ze kunnen naar buiten, ze hebben licht, de lucht is goed, ik bedoel ze zitten niet in hun eigen ammoniakstront rond te banjeren. Dus zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Eerste klimaat neutrale kippenboerderij ter wereld. Wij dachten: we moeten het niet verbeteren, wat Ruud net zei: we moeten het niet innoveren. We moeten eens na gaan denken: hoe zou het er nou uit zien, als we nou per se eieren en kippenvlees willen eten, en kip en ei dat is de kleinste footprint als je het hebt over dierlijk eiwit. Als we het dan zo nodig willen en we hebben maar tien jaar de tijd om een klimaatramp te voorkomen en binnen die tien jaar gaat niet de hele wereldbevolking vegetariër worden, dus ik ben heel principieel, maar tegelijkertijd ook heel pragmatisch: hoe gaan we het dan goed doen? Dus even helemaal terug: hoe heruitvinden we die kippenindustrie?
P: Jullie hebben vier boerderijen: drie Kipster boerderijen, één rondeelboerderij. Kun je nog veel meer uitbreiden in Nederland?
M: Nou ja kijk het is zo: er zijn in Nederland 45 miljoen legkippen en pakweg 45 miljoen plofkuikens zal ik maar zeggen, dus 90 tot 100 miljoen, dat hangt er een beetje van af. Meer mogen er niet bij komen. Dus als jij een nieuwe Kipster wil starten, dan moet je eerst een oude boer die failliet gaat of ermee op houdt of wat dan ook, moet je uitkopen. Pluimveerechten. Het idiote is: een legklare kip om het zo maar even onbeleefd te zeggen die kost pakweg vijf euro. Het recht om die kip die eieren te mogen laten leggen, kost pakweg twintig euro. Dat is een bizar systeem. Het betekent wel dat er niet meer kippen bij mogen. Dus op het moment dat wij kunnen uitbreiden, wat ik heel graag wil… eigenlijk wil ik dat dit gewoon de standaard wordt. En niet omdat dat zo nodig onze boerderij moet zijn, maar waarom zou je niet een kippenboerderij…
R: Maar als jij zegt systeem he, ik vind het heel interessant. Ik heb het zitten googelen. Een ei kostte vlak na de Tweede Wereldoorlog qua productiekosten ongeveer net zoveel als vandaag. Dat is heel grappig. Alleen in de winkel is het ongeveer tien, twintig keer duurder geworden. Even denken: de kip is daar niet beter op geworden, de boer is daar niet beter van geworden, de natuur is daar niet beter van geworden, de consument ook niet, maar hij is wel twintig, dertig keer duurder. Wacht nou even, wat gebeurt hier nu? En we hadden net over de Bezuidenhoutseweg. We moeten die keten dus transparant maken.
M: Dat proberen wij te doen. We zijn naar Lidl toegestapt. Ik kan ze niet genoeg prijzen, want wat zij gedaan hebben, is eigenlijk totaal uniek in die supermarktwereld. Ze hebben een handtekening gezet onder een contract met mij en met Ruud van Sanders, medeoprichter, voor de levering van 40 miljoen eieren voor vijf jaar voor een gegarandeerde goede prijs. Gegarandeerd in de zin van: als de voerkosten extreem hoog of laag zijn, dan gaan we elkaar compenseren. Het is dus een partnerschap, niet contract, waarbij je zoveel mogelijk naar jezelf probeert toe te halen. Lidl heeft een contract getekend voor 40 miljoen eieren, 5 jaar goede prijs, van een boerderij die nog niet eens bestond.
R: Lidl is een Duits bedrijf in de oorsprong, een familiebedrijf. Dit is een feed-in proces. Dus waarom Duitsland zo vooroploopt in de energietransitie, is eigenlijk, wat die Duitsers begrepen, is namelijk dat als je vooruit met elkaar afspreekt, dan kan je dus die innovatie stimuleren. Deze man, die zetbaas is van een groter concern…
M: Nou, in Nederland heeft hij echt vrijheid van handelen, zolang hij hier goede, zwarte cijfers laat zien.
R: Ja, maar hij kan het wel uitleggen aan de Duitsers, omdat ze het daar op gebied van energie gedaan hebben.
P: Zullen we eens buiten Europa gaan kijken? Misschien ben ik verkeerd geïnformeerd, maar corrigeer me dan, maar volgens mij gaan jullie ook in Amerika boerderijen neerzetten.
M: Ja, als het goed is in september. Als het goed is gaan we twee nieuwe Kipsterboerderijen bouwen. Zodra ze open zijn, gaan we er nog twee bij bouwen en dan gaan we gewoon door.
P: Heel veel mensen denken: wacht even. Het is toch in Amerika, kan dat allemaal wel? Er kwam toch een pandemie tussendoor en die is nog steeds niet uitgewoed. Verschillende perspectieven lonken, soms negatief, soms positief. Toch zeg je: dit plan kan wel. Hoe kan het dan dat jij er zo zelfverzekerd over kan zijn. Andere ondernemers willen ook graag van je weten van: hem lukt dat wel, ik durf dat nog niet om die stap te zetten. Juist nu niet. Waarom zeg jij: juist nu wel?
M: Het grappige is: voordat we nog maar de eerste Kipster boerderij in Nederland open hadden, hadden we al een mailtje van Kroger, dat is de tweede grootste supermarkt in de Verenigde Staten, die graag met ons wilde praten. En heel grappig: die hadden de interne directie mailstring die eraan vooraf ging vergeten eraf te knippen. Dus we wisten precies hoe ze over ons dachten. Ze wilden het namelijk heel erg graag. Ze wilden zelfs beginnen met vijftien boerderijen tegelijk, nou dat was ons een beetje te veel. We hadden nog niet eens onze eerste boerderij is Nederland open, maar goed. Vanaf dat moment zijn we gaan praten, dat is een kleine drie jaar geleden, en dan moet je heel veel uitzoeken van waar halen we het voer vandaan? Want ook daar gaan we natuurlijk niet speciaal voer verbouwen. We willen het hele principe handhaven. Alle aircosystemen moeten goed zijn, de stofzuigersystemen moeten goed zijn, de afzet moet goed, gewoon alles moet goed zijn. En dat is aan de andere kant van de oceaan dus dat vergt nogal wat afstemming. We zijn er ook een paar keer geweest om dat met hen te bespreken. Op dit moment is het gewoon papierwerk en het voorbereiden van de bouw.
P: Maar je hebt geluk gehad dat je dus inderdaad voor corona dit hebt kunnen voorbereiden, dus je hoeft dat niet meer naartoe te vliegen, dat is geregeld. En dichterbij in België willen ze je ook heel graag hebben, heb je ook een afnamecontract, alleen daar is nog geen plek. Hoe zit dat precies?
M: Ja klopt, dat is heel raar. We hebben al twee jaar een contract met Lidl België die alle eieren van de boerderijen wil afnemen, net als in Nederland. We hadden bijna een vergunning in het plaatsje Peer, en het ging op het allerlaatste moment niet door, want de Belgische politiek kan soms heel grillig zijn. Dus we zijn nu aan het zoeken naar een locatie of een boer die dat wil doen, want we hebben alle eieren al verkocht voor de komende 5 jaar. Heel bizar eigenlijk
R: Ik hoor jou praten en wij kennen elkaar al heel lang. Je bent een bevlogen ondernemer met een missie en jij zei een paar jaar geleden dat je kippenboer werd.
M: Dat kon ik zelf ook niet geloven hoor.
R: Nee, dat dachten ze met mij en ledlampen en al die dingen ook altijd: daar heeft hij helemaal geen verstand van.
M: Dat heb ik ook niet, hè.
R: Nee, dat wou ik net zeggen. Hoe doe je dit als ondernemer? Want ik ben altijd voor niet gehinderd door voorkennis erin te duiken, want dan stel je de goede vragen, maar jij moet een compagnon hebben die daar wel verstand van heeft.
M: Ja natuurlijk. Jij komt net als ik veel mensen tegen en van de honderd bij wijze van spreke die je tegenkomt is er één die echt een goed idee heeft die echt de mogelijkheden of de skills heeft om een disruptie te veroorzaken en als ik, en dat geld voor jou ook met waterstof korrels of waar je ook allemaal mee bezig bent geweest, dan herken je zo iemand en dan ben je bereid om de capaciteiten die je zelf hebt in te zetten om de mogelijkheden van iemand die dat werk kan doen om die te helpen dat daadwerkelijk te realiseren. En Ruud Sanders, die al met zijn vader, grootvader, die weet alles van kippen. Ik denk dat hij tot 2008 de grootste pluimveeondernemer van Nederland was met een omzet van 55 miljoen, op de ouderwetse manier. Die is toen failliet gegaan vanwege het systeem waar hij toen in zat. Het agrarisch systeem met de financiering waar we het net over hadden. Die dacht: ik moet het gewoon heel anders aanpakken. Op dat kwam ik hem tegen. Ik heb al ideeën over de wereldvoedselvoorzieningen en zo nog een paar van die dingen. Dus wij zijn veel koffie gaan drinken en op een gegeven moment zei Ruud van: dit is een fantastisch verhaal, maar ik vind het ongelofelijk moeilijk om te zeggen dat dit alleen maar van de grond kan komen, juist vanwege het feit dat kippenboer een marginale business is vaak, dat dit alleen maar van de grond kan komen als we van tevoren een afnamecontract hebben voor alle eieren voor een fatsoenlijke prijs. Toen zei ik: Bingo!
P: Je bent uit op impact, je bent uit op schaalvergroting. En dan kijk je misschien wel naar anderen. Bijvoorbeeld Vegetarische Slager, die met Unilever samenging. Mensen fronsten hun wenkbrauwen, maar kijk eens even! Dat was nodig, de volgende stap. Is zo’n stap voor jou, voor jullie ook denkbaar? Kan het een bedrijf in de orde van Unilever zijn?
M: Ja natuurlijk, waarom niet? Sterker nog, we praten al jaren met Unilever. Die maken mayonaise en daar gaan eieren in. Calvé, Hellmann’s, etc. Maar ze krijgen het gewoon niet voor elkaar om een aantal redenen.
R: En waarom niet? En dit is eigenlijk vooral een vraag die Paul had willen stellen.
P: Nee, nee. Ga je gang.
M: Nou een aantal. Om te beginnen zeiden ze: ja, maar jullie hebben maar één boerderij en wij hebben schaal en verzekering nodig. En ik zei: ja, als we een partnerschap gaan sluiten, net als met Lidl, het kip-ei-verhaal, dan gaan we dat doen. Jullie moeten vertrouwen hebben in het feit dat we dat kunnen, dat hebben we nu laten zien met een aantal boerderijen.
P: Maurits, het gaat over duurzaam innoveren en omdat jij dat kan vraag ik het ook juist aan jou in één zin: wat kunnen andere ondernemers hiervan leren?
M: Als je overtuigd bent van de juistheid van de principes waarop je een product of een dienst wil aanbieden, precies wat je zegt, luister naar anderen, maar ga gewoon door en volg je eigen hart en ‘never give up’.
P: Dankjewel Maurits Groen, ‘forever young’, medeoprichter van Kipster, dankjewel.
M: Dankjewel.
P: Hé Ruud en welke lessen zouden de MKB-ondernemers moeten halen, ik vraag het ook aan jou uit de verhalen van de ondernemers die we vandaag gehoord hebben.
R: Het woord upteamen is wel heel fijn, dus zoek met elkaar je best team; zoek die mensen bij elkaar. De Vegetarische Slager die het kon vertellen, verhalenvertellers die het punt in de verte schetsen, die het einddoel neerzetten en zoek ook je teamgenoten verder in de wereld. Dus MKB’ers zijn niet eigenheimers, dat zijn aardappels trouwens, maar MKB’ers zijn geen eigenheimers die niet willen samenwerken met grote bedrijven. Laat die grote bedrijven nou zien dat die vernieuwers dat die juist zitten bij dat MKB en dat ze vrienden zijn van elkaar, dat ze met elkaar kunnen upteamen en dat dat kip-en-ei-verhaal, waar we het net over hadden, dat dat zo mooi uitkomt. Er was iemand, een ondernemend iemand met lef bij een multinational Lidl en die zei doe maar en toen kon Maurits van start en hij vraagt nu hetzelfde aan Unilever: Kom, kom! Mee dat punt in de verte en ga even achter elkaar staan en dan heb je de beste vrienden en dan is het een expeditie geworden en dan leer je van elkaar.
P: Ik vind dat jij het echt fantastisch deed. Ik heb ook van jou geleerd, ook als co-host, echt geweldig. En toch de volgende keer hebben we een andere co-host en dan gaan we praten over digitalisering. Welke vraag zou je mijn volgende co-host over digitalisering willen voorleggen?
R: Ik zou hem een hart onder de riem willen steken, of haar, dat digitalisering is ‘meten is weten’. Duurzaam en ondernemen worden altijd gezien als subjectieve dingen, maar hoe meer we dingen kunnen meten, hoe meer blijkt dat een verandering en vernieuwing op het gebied van duurzaamheid geld oplevert, gezonde mensen oplevert, een mooi leven krijgt, dat zijn allemaal meetbare dingen. Dus laten we die date gebruiken om te meten om de juiste beslissingen te nemen.
P: Hartelijk bedankt Ruud Koornstra: duurzaam ondernemer en voorzitter van de KvK Innovatie Top 100 jury. En wil je nu ook meedoen aan de KvK Innovatie Top 100? Meld je dan aan via kvkinnovatietop100.nl. Dank voor het luisteren en tot de volgende keer.