Impact maken en ondernemen
De wereld een beetje duurzamer maken én een gezonde businesscase neerzetten
In deze podcast gaan presentator Paul van Liempt en co-host Willemijn Verloop in gesprek met Richard Aangeenbrug van Bambook en Valerie Bos van Knakwortel.
Geïnterviewde 1: Richard Aangeenbrug (R)
Geïnterviewde 2: Valerie Bos (V)
Interviewer: Paul van Liempt (P)
Co-host: Willemijn Verloop (W)
Ik denk dat geld verdienen eerst ging. Ik denk dat naarmate we groeide kwam impact maken erbij en ga je op een gegeven moment wel zien dat sociaal ondernemen prima samen kan gaan met een commercieel belang.
We hadden veel meer tijd moeten nemen. Maar goed, dan ben je enthousiast en jong. Dan heb je veel energie en je denkt: dit is het moment. We gaan er helemaal voor, maar dan lagen er nog zoveel dingen die we niet wisten.
P: Mijn naam is Paul van Liempt en je luistert naar de vijfde aflevering van de KVK podcast. De podcast waarin we leren van topondernemers met vandaag Valerie Bos van het bedrijf Knakwortel. Het jonge bedrijf wist binnen te komen bij supermarktketen Albert Heijn, maar moet nu toch op eigen houtje verder. Hoe dat zit en hoe ze vooral verder willen gaan, dat hoor je straks. Op een innovatieve manier papierverspilling tegengaan, Bambook laat zien dat het kan. Straks het verhaal van medeoprichter Richard Aangeenbrug. Maar eerst introduceer ik natuurlijk graag mijn co-host van deze aflevering en dat is Serial Social Entrepeneur, Willemijn Verloop. Willemijn, welkom.
W: Dank.
P: Het blijft klinken als een serial moordenaar, dat ben je juist niet. Totaal niet. Social Entrepreneur. We kennen jou van War Child. Ver in de vorige eeuw, maar dat is nog steeds natuurlijk een grote naam. Goed dat je dat gedaan hebt. Stichting voor hulp aan kinderen in oorlogsgebieden.
W: Het was overigens 25 jaar vorige week.
P: 25, moet je kijken. Gefeliciteerd!
W: Ja, dank.
P: Een jubilieum. Heel mooi. Dan 2012 - ook alweer een tijd geleden - startte je een platform voor sociaal ondernemen. Daar komen we nog over te spreken en je richtte een investeringsfonds op speciaal dan voor die ondernemingen. Maar even terug naar War Child. Ver voor corona. Hoe bezocht je toen al die gebieden en de projecten waar War Child actief was?
W: Ja, ik zou eigenlijk vorige maand, omdat we 25 jaar bestonden, teruggaan naar Kosovo, één van onze eerste projecten. Ik vond het heel erg jammer dat dat niet doorging. Teruggaan om op bezoek te gaan bij kinderen die ik daar toen ontmoet heb en kijken hoe het nu gaat. Gelukkig heeft het AD een paar van die kinderen geïnterviewd die nu dertigers zijn, die dan praten over hoe hun leven er nu uitziet zoveel jaar nadat wij daar de interventie deden. Dat vond ik wel heel emotioneel om te horen hoe goed het nu met ze gaat en wat het ze gebracht heeft toen.
P: Maar sta je nu volledig op een afstand of ben je toch af en toe nog betrokken?
W: Ik ben nog steeds toezichthouder. Ik ben vicevoorzitter van de raad van toezicht. Dat doe ik ook al ruim tien jaar. Dan kijk je mee en bescherm je de missie als toezichthouder. Dan ga ik zo nu en dan ook nog op reis, maar recentelijk natuurlijk niet door al die coronagekte.
P: Maar het is ook logisch, als je dit verhaal vertelt, de overstap naar social impact. Ondernemingen die al social impact doen en dat je daar ook in investeert. Kun je iets vertellen over de oprichting? Dat is in 2012 geweest.
R: In 2012 ja. Ik geloof dat ik in 2011 Social Enterprise NL, het Nederlandse platform van sociale ondernemingen en 2013-2014 het fonds. Voor mij was het een logische overstap, in die zin het gaat nog steeds over impact. Alleen ik wilde heel graag uit de goede doelen wereld naar meer ondernemende oplossingen, met name omdat ondernemende oplossingen zelfredzaam zijn. En als ze succesvol zijn, schaalbaar zijn tot in de hemel. En je dan ook een serieuze aanpak en een mogelijke systemische oplossing kan creëren voor maatschappelijke vraagstukken.
P: Hoe kan je ze helpen?
W: Op heel veel manieren. Ik doe het nu met name als investeerder. Dat is mijn belangrijkste rol inmiddels, maar met Social Enterprise NL hebben we een landelijk platform gestart waarin we echt proberen om alle barrières waar de ondernemers tegen aanlopen weg te nemen. Dus dan gaat het van: niet alleen toegang tot financiering, maar ook toegang tot markten, toegang tot overheden, toegang tot talent, toegang tot onderzoek en onderwijs. Toegang tot allerlei elementen die je helpen om je onderneming te versterken. Maar ook allerlei workshops over impact meten: hoe doe je dat? Over pure dingen als sales en strategy en weet ik het. Gewoon op een hele pragmatische manier ondernemers met een maatschappelijke missie helpen groot worden. Dus de aanwas van onderop. We hebben dat gemeten ook met een McKinsey, die hebben dat gratis voor ons gedaan toen we oprichten en een paar jaar geleden weer. Toen zag je dat de Nederlandse markt met ondernemers met een impactmissie, met 80% was gegroeid van onderop. Dat is dan de jonge aanwas. Dan hebben we het nog niet over de ondernemingen die besluiten hun missie te veranderen en veel meer impact gedreven te worden. Want die zijn er ook.
P: Dan heb je een hele mooie naam bedacht ook voor je onderneming. En toch heb je besloten de naam te veranderen. Je zou bijna zeggen: "Dat moet je nooit doen", maar toch vond je het heel noodzakelijk.
W: Wij heten Social Impact Ventures. Dit gaat dus om ondernemingen die een sociale impact maken, en dat gaat erover impact op mensen en planeet. Maar social impact is gelukkig een categorie geworden de afgelopen vijf jaar. Dus één ieder die met social impact bezig is, benoemd dat ook. Met een categorienaam, kun je je zelfs niet meer onderscheiden.
We hebben net vorige week bekend gemaakt dat we 55 miljoen hebben opgehaald met ons tweede fonds, en dat we daar een nieuwe naam aan hebben gekoppeld. We heten nu Rubio Impact Ventures.
P: Rubio.
W: Rubio komt eigenlijk vanuit de anologie van "Crossing the Rubicon". We gaan op naar een point of no return. Dus we helpen ondernemers die stap te maken in het veranderen van ketens naar een point of no return. Want dat is uiteindelijk waar we op uit zijn. Het veranderen van de economie-
P: Maar dat komt goed uit in deze tijd ook.
W: Ja, dat is heel belangrijk. Niet alleen in deze tijd, maar ik vind dat we al veel eerder met z'n allen op dat punt hadden moeten staan. Maar hoe sneller we er komen, hoe beter.
P: Ja, omdat het voor veel mensen, veel bedrijven die er helemaal niet mee bezig waren het opeens ook wel de ogen heeft geopend, wat hier gebeurt. Die nooit reflectief waren - dat zeg ik nu heel scherp - maar dat nu wel worden en die denken langzaam ook in deze richting. In jullie voordeel ook, denk je?
W: Ik hoop het. Ik hoop dat het niet paniek is die de huidige situatie creëert. Ik hoop dat mensen zich realiseren dat andere waarden belangrijker zijn. Want we kunnen nog zo een rijk land zijn, nog zo een aandeelhouderswaarde, dat je daar het welzijn van mensen niet mee vergroot. Dat je bedrijven moet gaan bouwen die gericht zijn op welzijn, op inclusiviteit, op onze samenleving. Ik denk wel dat dit soort situaties waar we nu inzitten, dat besef zeker doet inzinken. Of dat meteen leidt tot het vervolg wat ik graag wil zien, namelijk heel veel meer bedrijven die zich daar veel serieuzer mee bezig gaan houden, dat zal nog moeten blijken. Voorlopig hebben ook heel veel bedrijven het heel moeilijk nu om überhaupt hun hoofd boven water.
P: Ja, en hoe ze dat moeten doen en hoe bedrijven het beter kunnen gaan doen, hoe ze inderdaad het hoofd boven water kunnen houden, daar weet je alles van. Je kunt ondernemers lessen geven. Je bent vandaag mijn co-host. Je gaat me af en toe rücksichtslos onderbreken als je dat nodig vindt. Dat mag. Ook af en toe aankijken. Doe wat je wilt. In ieder geval mij en ons ook scherp houden op de ondernemersinstructies die we vandaag kunnen leren.
P: Tijd voor onze eerste gast. Dat is Valerie Bos van Knakwortel. In 2018 won het bedrijf de AH's Product Pitch, waarna het in de schappen van Albert Heijn belandde. Inmiddels staat het bedrijf helemaal op eigen benen, moet het zelf de weg naar de consument zien te vinden. Welkom, Valerie.
V: Dankjewel.
P: Je hoorde het. Scherp meegeluisterd ook wordt hier door Willemijn. Dat is heel prettig. Ook denk ik voor jou, voor ons allemaal om hier goed van te leren. Wat zijn de echte lessen voor ondernemers? Als we praten over Knakwortel, dan hebben we het over gemarineerde wortels die eruit zien als knakworsten maar dan als gezonder alternatief natuurlijk. Hoe ben je er op gekomen?
V: Dat is wel een leuk verhaal. Ik heb mijn hele leven al een moeilijke relatie met eten. Ik lustte niet zo heel erg veel als kind. En Koen, destijds mijn vriend, die dacht: ja, wat moet ik mijn vriendin in godsnaam te eten geven? Ze eet niks. Ze lust niks. Wat als ik groenten ga verpakken? Ga vermommen. Marineren. Wortels waren absoluut niet mijn ding. Toen kwam hij met het idee om ze dus te marineren en ze op een hotdogbroodje te leggen. En dat was echt zo ontzettend lekker. Ik was echt verbaasd. Ik zeg: "Dit is briljant. Hier moeten we iets mee". We waren allebei al ondernemer. Ja, ik was echt een vegetariër die geen groenten lustte. Ik was echt heel lastig en hij kwam opeens met de oplossing. Toen dacht ik: ik ben echt niet de enige die-
P: Het is zijn idee. Dus alle eer voor hem.
V: Absoluut!
P: Als ik goed heb geluisterd, je ex-vriend.
V: Ja, ook ja. Maar ook na onze relatie, nu nog steeds, hebben we echt een waanzinnige vriendschap daaraan overgehouden en dus een bedrijf.
P: Dus elke keer als jullie elkaar zien ook knakwortels eten.
V: Nee, dat doen we inmiddels wel minder.
P: Heb jij wel eens een knakwortel ooit, Willemijn?
W: Nee. En ik schaam me. Toen ik wist dat je hier zou komen, dacht ik: ik moet die knakwortel toch nog even eten. Maar ik kon er op de korte termijn niet meer aan komen. Dus ik heb hem nog niet geproefd. Ik ben hem ook nog tegengekomen in de winkel.
V: Nee, op dit moment ligt die ook niet in een supermarkt. Alleen bij alle groothandels in Nederland wel. Maar goed, daar kom je natuurlijk niet dagelijks. En ja, heel veel restaurants hebben een beperkte kaart op dit moment en minder ja, snacks eigenlijk. Dus de knakwortel is op dit moment, ja, het is lastig ja dat is waar.
P: Met Albert Heijn heb je nog een appeltje te schillen of de Belgen die zeggen - dat hoorde ik dit weekend, een mooi uitdrukking - een eitje te pellen. Ik snap het wel, het verhaal dat je niet van groenten houdt. Een goed idee en dan moet je daar vervolgens een product van maken. Alle ondernemers weten hoe lastig dat is. Hoe heb je dat gedaan?
V: We begonnen gelijk met het testen van het idee. We dachten: we kunnen wel een heel groot onderzoek gaan doen en plannen schrijven, maar daar zijn wij niet zo van. Wij dachten: we gaan meteen testen bij onze doelgroep of het wat is. Dus we werden uitgenodigd op een festival om 1.500 broodjes te verkopen. Die waren ingekocht, dus we mochten ze gratis uitdelen. Dat was een hele mooie kans en iedereen was laaiend. Dat waren echt mensen die eerst op ons af kwamen en zeiden: "Lekker, een broodje knakworst", en dan later terugkwamen en zeiden: "Het is helemaal geen vlees, het is een wortel". Dit is heerlijk. Mag ik er nog één? Dat was het beste marktonderzoek ooit en van daaruit ging de bal rollen. We werden uitgenodigd op evenementen om het uit te delen, in bedrijfskantines. Zo zaten we opeens in de bedrijfskantine van TomTom. Ja, ook plekken waar je niet zo snel komt, denk ik, als kleine startup. Daarna gingen we inderdaad naar de supermarkt en toen ging het echt los.
P: Ja, daar ging het om. Je wilde per se met een grote supermarkt. Met een grote supermarkt of wilde je per se Albert Heijn?
V: Albert Heijn benaderde ons of we mee wilden doen aan de wedstrijd. In eerste instantie waren we een beetje terughoudend, omdat we het eerste product in heel Nederland zijn die het op deze manier doen. Als je de eerste bent in iets, dan weet je: dit wordt een hele zware wedstrijd. Want de consument is er nog niet klaar voor. Ze kennen het nog niet. Het is een totaal nieuwe categorie. Er is ook geen plek in de supermarkt voor een product als deze. Ja, dan ben je toch wel een klein beetje een one track poney. Dus dan moet je daar je weg vinden. En we hebben het toch gedaan omdat we dachten ja..
W: Maar hoe bedoel je een totaal nieuwe categorie? Ik bedoel, er zijn toch allerlei categorieën vleesvervangers.
V: Ja, maar dat zijn we niet. We zijn geen vleesvervanger.
P: Maar ik vind het wel interessant. Jij wilt het graag weten ook.
W: De naam "Knakwortel" impliceert dat je een knakworst probeert te vervangen, dus ik heb jullie helemaal als vleesvervangers bedacht.
V: Oké.
W: En dat vond ik echt wel een mooie impact. Mensen van vlees afhalen. Maar dat is dus helemaal niet waar jullie op uit zijn. Jullie zijn er op uit om op een andere manier groenten, dat geeft mij een hele mind change.
V: Het gaat over groenten in de hoofdrol.
P: Maar het is goed dat je dit zegt. Dit is wel een ondernemersles, Willemijn. Je zou eigenlijk meteen moeten weten wat het betekent of niet?
W: Kijk, hoe market je zoiets? Hoe zet je dat in de markt? Naar vleesvervangers is een grote vraag. Mensen zijn op zoek naar vleesvervangers. Dat was in mijn perceptie ook jullie missie. Nu vertel je een hele andere missie. Ik moet even schakelen. Op een andere manier groenten aanbieden, is inderdaad een ander verhaal en een ander segment en voelt voor mij ook minder puur impact gedreven. Want mensen die al groenten eten, gaan nu groenten met een saus eten? Of is het bedoelt voor mensen die nu nog geen groenten eten en nu hierdoor groenten gaan eten? Is dat het?
V: Nee, het ligt iets anders. Wij houden er niet zo van om met een wijzend vingertje naar mensen te zeggen: "Je mag geen vlees meer eten". Het gaat heel erg over: wat eten we? Wat ligt er op ons bord? Dat vraagstuk is veel groter dan we moeten geen vlees eten of we moeten meer groenten eten. Het gaat over lokaal eten, over duurzaam eten. We begonnen ook heel erg met: hoe maken we nu die voedselproblemen behapbaar? Want Koen en ik zijn allebei ontzettend duurzaam gedreven ondernemers, richten ook meerdere duurzame bedrijven op. Dus daar zijn we de hele dag mee bezig. Het was veel meer om mensen inzicht te geven en wat eet je nu eigenlijk en hoe kun je dat lekkerder maken en makkelijker voor mensen zoals ik die niet zo creatief waren in de keuken?
P: Het lukte jullie uiteindelijk om die AH Product Pitch te winnen. Dat is het mooie verhaal. Het mindere mooie is dat jullie relatief snel ook weer uit de schappen werden gehaald. Jullie kregen overigens ook nog een prijs mee van 125.000 euro.
V: Nou ja.
P: Dat is ook niet helemaal zo gegaan zoals je gedacht had. Dat is allemaal heel vreemd. Want je verwachtte hier ook - noem het met een modieus woord - transparantie, maar ook gewoon duidelijkheid.
V: Ik wil het heel graag schetsen. We stonden al op eigen benen. We waren al een bedrijf en we hadden een gezonde bedrijfsvoering. Maar ja, we waren wel één van de eerste, dus het is dan een heel moeilijk product om op de markt te krijgen überhaupt. Als je dan wordt gevraagd om mee te doen aan een wedstrijd waar je ontzettend veel exposure krijgt, dan moet je daar denk ik aan meedoen. Of je dan helemaal klaar bent om echt in de supermarkt te liggen, is een tweede. Wij lagen in 72 uur in het schap. Terwijl de winnaar van het jaar ervoor, er een jaar over heeft gedaan. Hadden we gewoon moeten doen. We hadden er veel meer tijd moeten nemen. Maar goed, dan ben je enthousiast en we zijn jong en dan heb je veel energie. En je denkt: dit is het moment. We gaan er helemaal voor. We lagen er, maar er waren nog zoveel dingen we niet wisten. De consument had geen idee. De verpakking was nog niet helemaal compleet. Toen kregen we niet genoeg tijd om het product te laten landen op de markt, omdat we de enige waren. Dus we lagen tussen alle zoute balletjes en schijven en bietenburgers en zo. Verpakte andere producten en dan opeens een knakwortel. Ja, totaal iets anders.
P: Behalve als je in de aanbieding was, dan ging het wel goed.
V: Dan ging het echt super hard. Wat te gek was. Maar we zagen ook dit soort producten en deze ontwikkeling van groenten in de hoofdrol, die hebben veel meer tijd nodig.
P: Jullie gaan verder met knakwortel. Je bent niet geknakt. Je gaat gewoon door. Wat gaan jullie doen in de toekomst?
R: We hebben afgelopen zomer groente-ijs op de markt gezet. Maar door corona ging dat niet helemaal zoals we hadden gehoopt. Dus we gaan volgende zomer opnieuw proberen. Het ijs is wel te koop en binnenkort ook bij pretparken en dat soort locaties. Het is heel erg gaaf, maar dat gaan we dus nog verder door ontwikkelen. En we komen dit najaar - en daar zitten we nu echt, dit is nog een beetje een primeur - met een borrelgroente. Dan niet gedroogd en allemaal ingewikkeld en zo, maar zoals je in het versschap al 100.000 mogelijkheden hebt voor borrelhapjes, maar dan groenten want die zijn er nog niet. Dat is weer iets anders.
P: Dan komen we meteen ook op de echte lessen, de ondernemers die je nu aan andere ondernemers - die nu meeluisteren - kunt doorvertellen. Wat is een goeie les die jij kan doorgeven?
V: Wat wij hebben gezien is: laat je niet te veel verleiden door trends die er zijn. Dus het vegetarische schap niet nog verder aanvullen. Maar kijk naar wat is opkomend? Wat komt eraan? Wat wordt belangrijk in de toekomst? Dat kan in voedsel zijn, maar dat kan ook in duurzame energie zijn, transport. Kijk naar de uitdagingen die op de wereld afkomen en probeer daar zaken mee te gaan doen en op in te spelen. Als je oplossingen hebt voor problemen die er zijn, zijn er ook altijd klanten.
P: Ja, ook als het geen trend is. Ook als het niet in de mode is dus.
V: Misschien komt dat nog en dan ben jij de eerste.
P: Goed idee.
W: Ja, maar dat is voor mij de essentie van het sociaal ondernemerschap: ga niet wachten tot er een kans in de markt ligt, maar als jij een keten wilt veranderen dan moet je die kant zelf creëren.
V: Ja precies.
W: Dan ga je vooruit
P: Is er misschien nog een wijziging? Jij en je compagnon hebben ook parttime aan dit project gewerkt.
V: Ja, dat ook. In de avonduren en tot diep in de nacht zelf wortels marineren tot je ellebogen in de marinade staan.
P: Wat heb je daarvan geleerd?
V: Dat was echt super leuk. Ik geloof dat je dus alleen maar moet ondernemen als je het echt ongelofelijk leuk vindt.
W: Mijn advies is wel: als je ervoor gaat en als je zegt: "Ik geloof echt in dit product en ik wil die markt veroveren", is om dan er wat meer tijd aan te besteden. Echt dedicated met focus zorgen dat je alles af weet van die markt en dan die knakwortel internationaal uitrolt.
V: Ik snap dat je dat zo ziet. Alleen ik denk dat tegenwoordig zetten ondernemers verschillende dingen neer en soms gaat in het ene project meer tijd zitten dan in het andere. Dus Koen en ik hadden meerdere bedrijven en daar zat wel onze tijd en aandacht hoofdzakelijk in.
P: Maar mag ik even? Ik hoorde je net ook zeggen: "Wij doen nu veel meer, zetten veel meer ondernemingen neer". Is jouw les dan dat het juist prettiger is, beter is - althans voor jou dan - om te spreiden in plaats van focus op één product?
V: Ja, want weet je, ik leef één keer. Ik kan zoveel leren, zoveel bijdragen en zoveel impact maken. Misschien zien jullie dat niet. Of jij dat niet, Willemijn, dat ik daar veel impact mee maak, maar wat wij allemaal gedaan hebben is op het niveau van ja, de schaal die wij bereiken, zo ontzettend leuk en gaaf en het zet zoveel mensen in beweging. Daar doe ik het voor. Dus dat ik daar niet super rijk mee ga worden of zo, dat interesseert me helemaal niet. Ik vind het heel erg leuk en ik weet dat ik er hele goede dingen mee doe. En dat staat voorop. Als dat dus één dag in de week kost, dan is het voor mij een succes omdat ik in die dag ontzettend veel gave dingen bereik. Dan komt dat geld een beetje op de tweede plek of zo. Ik heb dus ook de financiële vrijheid om meerdere bedrijven te runnen en dus overal mijn geld mee te verdienen. Dat is toch fantastisch als je dat kunt doen? Als je meerdere dingen kunt doen waar je dus voor jezelf succes mee behaalt. En of dat nu parttime is of fulltime, wie bepaalt wat dan parttime is? Als 80 uur voor mij een werkweek is.
P: Dat bepaal jij zelf. Ik dank je voor dit verhaal. Valerie Bos van Knakwortel. Succes! Dankjewel.
V: Dank je.
P: We gaan praten met Richard Aangeenbrug. Hij is mede oprichter en eigenaar van Bambook. Een bedrijf dat papierverspilling tegengaat met innovatieve kantoorproducten. Richard, welkom!
R: Dank je wel.
P: Je doet alles keurig. We praten in coronatijd. Een klein kuchje, meteen aan de binnenkant en zo.
R: Ja.
P: Heel getraind daarin. Jouw bedrijf, daar ben je ook getraind in natuurlijk. Voor diegenen die het nog niet helemaal kennen - ik heb er iets van prijs gegeven - maar wat doen jullie precies?
R: Bambook helpt in het bijzonder bedrijven en mensen om papierverspilling tegen te gaan. Daar hebben we een aantal innovatieve producten voor bedacht die daar handvatten aan kunnen bieden. Op dit moment hebben we drie producten in ons assortiment. Het eerste is het schriften Bambook notebook. Het tweede is het oprolbare whiteboard en het derde zijn onze uitwisbare geeltjes die je tegen ramen en deuren kan plakken.
P: Ja, je bent ermee begonnen omdat je vindt dat we veel te veel papier verspillen.
R: Ja. Als je kijkt naar wat we in Nederland verspillen, ik heb me van tevoren even gebrieft, dan zie je dat we in Nederland 80 kilo per persoon papier verspillen.
P: 80 kilo per persoon. Los van de kranten?
R: Nee, dat is ook een leuke. 55% zijn kranten en tijdschriften en ook die notebooks. En 45% -vind ik het meest schrikbarende getal - zijn verpakkingen van dingen die we bestellen. Dus het gaat over je dozen.
W: Papierverpakking, ja.
R: Ja.
W: Rampzalig.
R: Dat is gigantisch.
P: Dat is behoorlijk veel, ja. Daar is echt een wereld te winnen. De wereld van de verpakkingen met name.
R: Ja, daar is echt een wereld te winnen!
P: Wat jou betreft kranten ook alleen maar digitaal worden.
R: Kijk, het is natuurlijk wel prettig om soms even iets in je handen te hebben. Dat heb ik zelf ook wel.
P: Hoofdredacteuren van kranten noemen dat nog steeds het luxegevoel van de grote krant in je handen.
R: Met lezen denk ik ook wel. Maar de kunst is, denk ik, waar je verspilling kunt stoppen, moet je het doen. Een aantal makkelijke innovatieve slagen kun je volgens mij slaan. En met een aantal zijn we begonnen.
P: Je hebt er net een paar genoemd. Het gaat altijd van idee naar product. Hoe je dat doet. Want het begint met enorm enthousiasme: met een clubje bij elkaar zitten.
R: Ja.
P: Maar er is toch altijd iemand die zegt: "Wacht eventjes, daar kunnen we geld mee gaan verdienen. Of we kunnen daar impact mee maken".
R: Ja, allebei. Dat gaat denk ik wel samen.
P: Zeker. Wat ging er bij jullie thuis eerst, als ik eerlijk mag weten?
R: Ik denk dat geld verdienen eerst ging. Ik denk naarmate dat we groeiden, kwam impact maken erbij. Dan ga je op een gegeven moment wel zien dat sociaal ondernemen prima samen kan gaan met een commercieel belang. Dat is trouwens wel een spanningsveld, maar daartussen de balans zoeken is, denk ik wel leuk. Dat is ons aardig gelukt. Ik denk als je kijkt naar de samenstelling van toen we begonnen, we zijn met z'n vieren begonnen. We zijn nu met een iets groter team. We zijn vrij verschillend van elkaar, alle vier. Ik noem mezelf toevallig wel eens: "De mond van Bambook". Daarom zit ik hier, maar ik ben niet de meest creatieve. Zo hebben we alle vier onze talenten. Ja, doen waar je goed in bent. Dat geldt overigens ook voor Bambook zelf. We proberen onze scoop goed te houden. Daarom richten we ons nu in het bijzonder op papierverspilling, want er zijn natuurlijk veel meer verspillingen die je aan kunt pakken. Ook hier zit je met de maakkosten. Je zit met de impact op het milieu. Als je dus drie keer je pagina wist, win je hem ten opzichte van een normaal blaadje zou je kunnen zeggen. En alles daar boven is dus je winst.
W: Je hebt het dan meer over een footprint.
R: Ja, een footprint. Exact.
P: Nu richten jullie je niet alleen op kantoren. Dat zou je dan verwachten in eerste instantie. Of tenminste, op consumenten, één van de twee. Omdat je denkt: ik wil ook daar gaan focussen. Dat is duidelijk en helder. Dan weten we ook welke markt we moeten bedienen. Maar jullie doen beiden: kantoor en consumenten.
R: Ja, dat is wel heel grappig hoe dat gaat. In eerste instantie richten we ons iets meer op de consument. Daar zijn we van oudsher mee begonnen. Maar het leuke is - en dat is nu nog steeds continue hoe het gaat - je ziet dat de verandering bij personen begint. Dus mensen kopen het voor zichzelf, en dat leidt vervolgens tot onze B2B klant. Als wij kijken naar onze verkoopcijfers dan tot corona - uit mijn hoofd - een vierde van wat we verkochten ging naar de B2C consument. Dat leidde vervolgens tot die B2B verkoop. Dus de B2C consument trekt de B2B klant binnen. Dus we zien steeds meer de waarde van het aantrekken van de B2C klanten om je B2B klanten te krijgen.
W: Dat geldt voor de notebook? Ik kan me voorstellen dat het voor het oprolbare ding, hoe heet het? Whiteboard. Dat lijkt me echt een B2B product.
R: Exact.
W: Dat is een briljant product. Ik word gek van die whiteboards die je overal naartoe moet slepen. Dat zijn van die onmogelijke dingen. Ik had hem nog nooit gezien. Ik wil hem meteen hebben. Dat je hem uitrolt en hij plakt ook nog, toch?
R: Ja, exact.
W: En dat wis je sowieso altijd uit. Zo een notebook, ik ben dan nog zo een ouderwetse sul die zijn aantekeningen wil bewaren. Dus die wil ik dan niet meteen wissen, want ik denk: ik heb het nodig en ik onthoud het niet. Maar die whiteboards vind ik echt briljant.
R: Daar snijd je wel een mooi punt aan. Het is wel de kunst nu om vanuit het product wat we nu hadden, de nieuwe producten vragen nu wel om een iets anders propositie. Daar zitten we wel mee te stoeien. Hoe zorgen we ervoor dat ze beiden de juiste en de goede aandacht krijgen? Dat is toevallig nu een vraagstuk waar we mee bezig zijn. Dat we met meer B2B oplossingen bezig zijn. Nog steeds zien we wel dat er genoeg mensen zijn die hem wel voor zichzelf gebruiken.
W: Want wat is je ambitie? Waar wil je naartoe groeien? Op welke markt richt je je dan op?
R: Het is een beetje tweeledig. Als ik kijk naar het Bambook schrift waar we mee begonnen zijn, proberen we echt nu internationaler groter te maken. Daar hebben we echt wel een strategie voor bedacht. In Duitsland en België werken we nu met agenten, samen met een consumentenverkoop. Dus we richten ons nu op Amazone en op de platforms die ze daar gebruiken zodat daar vervolgens de B2B klant warm wordt. Omdat we zelf de taal niet zo heel machtig zijn en de cultuur niet zo gewoon zijn, zien we dat uiteindelijk die agenten daar het verschil kunnen maken. Dat is onze strategie voor de Bambook notebook. Als je kijkt naar de nieuwe producten, dat zijn echt producten die we nog in de markt moeten gaan zetten. Daar zijn we nu een strategie voor aan het bedenken. Hoe zorgen we ervoor dat we ons binnen de bestaande partijen gaan dringen?
P: Ik heb tot nu toe het idee - als je over ondernemingslust nadenkt - Willemijn, dat jij denkt: zoals Richard het aanpakt, dit is de methode hoe je het ook zou moeten doen.
W: Ik vraag mij dus af ga je met al één product internationaal, dat vind ik wel verrassend. Want ik kan me voorstellen dat je toch eerst een bredere productbasis wil maken voor je die internationale jump maakt. Dus eigenlijk zeg je: met dat ene product ga ik proberen om internationaal te gaan. Ondertussen ben ik in Nederland met productontwikkeling van andere producten bezig, die misschien ook voor een andere markt bedoeld zijn. Dat vind ik nog wel spannend. Dat je verschillende markten en dan ook al in verschillende geografieën tegelijk. Maar misschien ben je al zo succesvol in Nederland dat je je dat allemaal kan veroorloven, daar heb ik helemaal geen beeld van. Maar ik kan me voorstellen dat de strategie in welke productrange en welke ingangen internationaal: als je nu in Duitsland binnenkomt, wil je dan ook niet meteen dat je andere producten daar bij dezelfde…
R: Ja, dat is wel
P: Wat zeg jij als mond van Bambook?
R: Als mond van Bambook is dit ons gedachtenspinsel voor inmiddels al twee jaar. Inmiddels verkopen we Bambook in Nederland al 5-6 jaar. De nieuwe producten hebben we pas een jaar geleden gelanceerd. Als ik kijk waar de Bambook notebook staat, die is al best ver in zijn ontwikkeling. In Nederland hebben we er al best wel heel veel verkocht. Vanuit het buitenland wordt er op een gegeven moment ook meer aan je getrokken. We kregen meer aanvragen.
W: Is er een marktverzadiging in Nederland al bij de Bambook?
R: Dat vind ik een spannende. Corona speelt wel mee, wat dat betreft. Als je dan de cijfers van vorig jaar ernaast legt, dan zijn we elk jaar gedubbeld tot dit jaar. Dan zou je kunnen zeggen: zou er misschien marktverzadiging aan zitten te komen? Stiekem denk ik ook dat corona meespeelt. Maar ik geloof wel op een gegeven moment ga je voor de Bambook notebook richting die verzadigingsfase. We zien dat er vanuit met name Duitsland en België heel veel aanvragen komen. Maar goed, je punt is wel terecht. We zitten er dus over na te denken om echt voor het Bambook notebook bijna een speciale tak op te zetten om die internationaal te gaan uitzetten. En dat we met onze andere producten echt meer over office supplies aan gaan bieden.
W: Hoe is jullie concurrentiepositie? Zijn er veel partijen die hetzelfde soort product op de markt brengen?
R: Ja, die komen er wel steeds meer. We zien in Nederland wel vergelijkbare alternatieven. En in de Verenigde Staten zitten twee grote. Dus dan is het de kunst een onderscheidend product in de markt te zetten.
P: Maar die grote in de Verenigde Staten, zijn die niet veel te groot voor jullie? Of kun je daar gewoon gelijk mee op?
R: Als ik kijk naar wat we verkopen: het is vrij veel maatwerk en het moet vrij snel geleverd worden. Dus als je vanuit Amerika besteld en het is maatwerk en je spreekt een andere taal, dan zie ik op dit moment dat we vaak alleen al op productietijd winnen. Want we maken het in Nederland. We maken het in Ede. Dus wat dat betreft kunnen we in 3-4 werkdagen al best wel grote zakelijke orders leveren. Dus daar steken we heel erg op in. Stiekem zijn Nederlanders toch nog wel een beetje nationalistisch. Als ze horen dat het in Nederland gemaakt is, dan geniet dat bij sommige bedrijven nog best wel de voorkeur.
P: Een goedkeurend knikje van Willemijn.
W: Nee, ik moest giechelen over het nationalistische Nederland.
P: Koop Hollandse waar, dan steunen we elkaar.
W: Je kan hier verkopen als een low footprint in de aanvoer.
R: Dat ook ja. Dat doen we, ja.
P: Je zegt Ede. Dan komen we meteen op social impact, want het is niet zomaar in Ede. Het is ook een sociale werkplaats in Ede. Je was heel eerlijk door te zeggen: "Geld is de belangrijkste drijfveer". Dat sociale impact, dat kwam erbij. Dat was een tweede. Maar die wordt dus nu belangrijk, want je laat het in Nederland maken. Je hebt net gezegd hoe belangrijk dat weer is, ook voor de verkoop. Maar waarom in een sociale werkplaats?
R: Wat je zegt is waar. Geld is van oudsher, denk ik. Als je kijkt waar we begonnen, dan wil je in eerste instantie een bedrijf in de markt zetten die financieel zichzelf overeind kan houden. Daarna denk ik - als ik naar mezelf kijk en ook naar mijn collega's - is dat impact meer gaan spelen. De sociale werkplaats is een beetje op ons pad gekomen. We hadden een aantal alternatieven waaruit we konden kiezen, maar het verhaal van de werkplaats sprak ons aan. Het was commercieel interessant, maar ook als ik kijk naar het verschil wat we daar maken bij mensen met een afstand op de arbeidsmarkt, ja, ik vind dat persoonlijk mooi om te zien. A, waar het vandaan komt en B, dat je direct hier werkgelegenheid creëert.
P: Ja, ik vind het interessant om te horen hoe dat gegaan is.
W: Heel mooi.
P: De volgorde. Wat vind je daarvan, Willemijn? Zie je dat heel vaak? Dat je begint met een idee, je ziet dat er handel in zit, dat je er veel mee kan verdienen. Vervolgens kun je er ook sociale impact mee hebben.
W: Kijk, hun missie is niet om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen. Hun missie is uiteindelijk om te zorgen dat we minder papier gebruiken. Dat we meer bomen sparen. Als je daar het dan aan toevoegt op een gegeven moment in het proces, omdat het ook commercieel aantrekkelijk is, omdat sociale werkplaatsen natuurlijk heel erg kostencompetitief kunnen produceren. Ik denk dat het met name ook geldt voor je medewerkers: hoe leuk is het om met een sociale werkplaats samen te werken. Hoe leuk is het als het daarbij ook nog om de hoek zit? Ik begrijp dat helemaal. Dan is dat niet je primaire missie, maar wel iets wat je doet waarmee je weer een additionele toegevoegde waarde creëert voor de samenleving en waar je zelf ook heel gelukkig van wordt, als team.
P: Wat is de ultieme ondernemersles die jij hier zou willen delen? Die jij met ons voor het voetlicht zou willen brengen? Want je hebt zoveel geleerd natuurlijk de afgelopen tijd. Wat is echt belangrijk? Dat je denkt: daar hebben anderen ook wat aan.
R: Dat verandering in kleine stapjes kan gaan. Ik denk dat de lat voor sociaal ondernemen direct vrij hoog kan worden gelegd. Je moet gelijk aan bepaalde standaarden voldoen. Je kunt ook vrij snel worden afgerekend als mensen ergens een adder onder het gras zien. Maar dat je met kleine stapjes het verschil mag maken. Dus dat geldt ook in je eigen leven als het gaat om duurzame impact. Ik denk ook binnen Bambook dat we proberen om steeds weer onszelf de ruimte te geven om op het gebied van impact groei te maken. En dat was niet plotsklaps er ineens. Maar we hebben onszelf de tijd gegeven om daarnaartoe te groeien en we zijn nog maar aan het begin.
P: Kleine stapjes. Dus niks exponentiële groei. Je zegt: "Het is nog maar het begin, maar wel allemaal kleine stapjes".
R: Ja, ik denk dat Bambook wel hard groeit, maar als het gaat om impact maken, denk ik dat we gekozen hebben om met kleine stapjes te groeien.
P: Ik dank je hartelijk, Richard Aangeenbrug van Bambook. Willemijn, we hebben jou ook gevraagd om één ondernemersles met ons te delen. Vertel het maar.
W: Naar aanleiding van het verhaal van Richard of zelf?
P: Mag je zelf weten.
W: Voor mij is een belangrijkste ondernemersles, dat het allemaal over mensen gaat. Dus het product kan nog zo mooi zijn, het gaat om het briljante team om je heen bouwen om succesvol te worden. Dus mijn belangrijkste les is dat ik alles wat ik succesvol heb gedaan, komt doordat ik de allerbeste mensen om me heen wist te verzamelen, met wie ik kon bouwen.
P: Ja, de allerbeste mensen of de mensen waarmee je de beste sfeer kunt creëren?
W: De beste mensen die het meest complementair op elkaar zijn. Die aligned zijn. Die dezelfde richting op willen. Natuurlijk op het moment dat je dezelfde missie met elkaar wilt bereiken, helpt dat ook voor de sfeer en de cultuur van je onderneming. Die bouw je dan met elkaar heel sterk op. Maar de essentie zit hem erin - een product of marketing of alles kan heel goed zijn – maar de essentie eronder is dat je een succesvol team moet hebben. Dat vond ik mooi, dat straalde jij wel uit over je team. We hebben het er niet heel uitgebreid over gehad, maar je straalde uit over jullie complementariteit. Dat sprak mij aan, want het is voor mij een heel belangrijk basisbouwblok. Voor iedere onderneming is een goed samenwerkend team.
P: Ze kennen elkaars krachten ook. Dat is heel duidelijk. Opvallend.
R: Leuk om te horen. Dankjewel;
W: Ja, wat ik ook mooi vind - als ik nog even mag - is het idee dat je dus altijd moet beginnen met impact. Ik bedoel, je zegt daar heel eerlijk: "We zijn begonnen met een commerciële kans die we zagen. We hebben later gezien dat we er een impact mee konden maken en maken daar nu onze keuzes op". Ik vind dat ook heel mooi, want dat is er weer een andere manier. Er zijn genoeg ondernemers die al onderweg zijn, die dan weer van jullie kunnen leren hoe je ook als je onderweg bent met een commercieel briljant idee, daar impact op kunt maken. Dus dank daarvoor.
R: Dankjewel.
P: En jij dank, Willemijn Verloop. De afgelopen weken sprak KVK met zo'n 70.000 ondernemers uit verschillende branches om nog beter te weten wat er allemaal speelt. Heb je daarom een ondernemersvraag? Bezoek dan de website van KVK via KVK.nl. Voor nu: dank voor het luisteren en tot de volgende aflevering.