Formulier wordt verzonden, dit kan even duren onderbreek het proces niet. Klik hier om te annuleren
Naar KVK.nl
088 585 22 22 

Betekenisvol zijn met je innovatie

Twee ondernemers pakken hierin hun kansen

Betekenisvol zijn met je innovatie, twee ondernemers pakken hierin hun kansen. Presentator Paul van Liempt en zijn co-host Harald Swinkels gaan in gesprek met Hester Le Riche (Tover) en Jari Hazelebach (SpeakSee).

KVK · Betekenisvol zijn met je innovatie | KVK Innovatie Podcast

Geïnterviewde 1: Hester Le Riche (HLR)
Geïnterviewde 2: Jari Hazelebach (J)
Interviewer: Paul van Liempt (P)
Co-host: Harald Swinkels (H)

HLR: Ik zou écht op zoek gaan naar iets wat je zelf in de wereld wilt brengen, en ik denk dan dat het pad gaat volgen.

J: Ik zag tijdens familie-etentjes hoe lastig het was voor m'n ouders om gesprekken te volgen. Ik voelde me dan ook vaak verplicht om toch heel duidelijk te gaan articuleren en een soort van 'vertolken' wat er werd gezegd, zodat zij toch wat mee konden krijgen.

P: Mijn naam is Paul van Liempt en je luistert naar de derde aflevering van de KVK Podcast, de podcast waarin we leren van topondernemers. Met vandaag: Hester Le Riche, directeur van 'Tover', een bedrijf dat spellen ontwikkelt voor mensen met bijvoorbeeld dementie. Hoe Hester Le Riche daarmee een succesvol bedrijf heeft opgezet en zelfs de aandacht van de vrouw van Minister-president Macron wist te trekken, dat horen we zo. En praten we met Jari Hazelebach van SpeakSee, een bedrijf dat spraak razendsnel omzet in tekst. Dat is hard nodig volgens Jari, die zelf ouders heeft die doof zijn. Zijn verhaal en ondernemerslessen hoor je in deze podcast. Maar eerst introduceer ik natuurlijk graag mijn co-host van deze aflevering, serie-ondernemer Harald Swinkels. Harald, welkom!

H: Dank je wel.

P: Ja, we kennen je vooral als één van de oprichters van de Nederlandse Energie Maatschappij, een bedrijf in 2005 opgericht met twee compagnons, en uitgegroeid tot de vierde grootste energieleverancier van Nederland. In 2018, niet eens zo gek lang geleden, voor een enorm bedrag weten te verkopen. Daarmee natuurlijk ook gefeliciteerd!

H: Dank je.

P: Sindsdien hou je bezig met het maken van films, want dat wilde je al heel lang.

H. Ja.

P: Een lang gekoesterde droom, terwijl ondernemerschap zo mooi is, maar films maken vind je nog mooier?

H: Je kan natuurlijk ook 'ondernemend filmen'. Het stamt inderdaad al van heel lang geleden dat ik al ... Ik heb twee oudere broers en de middelste en ik zijn, al vanaf dat ik een jaar of zeven, acht was, enorme filmfreak. Als wij vroeger speelden, speelden we ook nooit de cowboys tegen de piraten met Playmobiel, maar de film van Harold en Niels over cowboys tegen de piraten, er stond ook altijd een filmauto van Playmobil bij. Toen mijn broer in de brugklas zat - en een enorme alfa bleek te zijn - hebben we een soort van pact gesloten en toen hebben we gezegd: hij mocht de filmbusiness in en ik moest heel veel geld gaan verdienen. Zo plat was eigenlijk die afspraak en dat moest ooit bij elkaar komen om grote internationale filmproducties te gaan doen.

P: Het is gelukt, jij hebt heel veel geld verdiend, maar je bent nu ook bezig met echte stappen te zetten. Een debuutfilm gemaakt, het filmfestival en natuurlijk heb jij, net als alle anderen te maken gekregen met corona.

H: Ja.

P: Wat betekent dat? Ik bedoel, kun je al iets over die film nu vertellen?

H: Godzijdank hadden we de opnames erop zitten half januari. Het is een korte film van een half uur die echt gericht is op filmfestivals. Het is echter ook een film zonder dialoog, dus de muziek was vrij belangrijk en we zouden op 16 maart met een orkest de score gaan opnemen en eigenlijk ook het hele verhaal er achter. Op 15 maart 's avonds ging de intelligente lockdown in.

P: Wat een timing, hè?

H: Ja, dat was echt dramatisch! En het punt was ook nog dat alle filmfestivals niet door gingen. We waren dus eerst heel hard aan het rennen om mee te gaan doen aan het filmfestivalseizoen in het voorjaar en in één keer hadden we geen film die afkwam en we hadden ook geen deadline meer, dus dat was echt wel even heel zuur. Kijk, er komt uiteindelijk wel een film en ik zie mensen om me heen die veel harder geraakt zijn door corona, maar de tweede week had ik toch wel heel even een kleine depressie en daar ben ik toen weer uit gekrabbeld.

P: Dat heb je vrij snel voor elkaar, een hele kleine depressie was dat inderdaad. Die depressie ging zo ver dat je zelfs ambtenaar even bent geworden? Ik wil geen ambtenaar beledigen, maar toch?

H: Nee, het was precies in die periode dat we eigenlijk zeiden, we leggen de film even tot nader order stil. Toen zag ik op LinkedIn dat de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij, in Zuid-Holland heet die InnovationQuarter, verantwoordelijk gingen worden voor het uitdelen van de Corona-Overbruggingslening aan start-ups en scale-ups, dus ik ben tweeëneenhalve maand in dienst geweest van de overheid om te helpen om die lening uit te delen.

P: Nu toch weer terug naar het filmen, daar ben je ook blij mee. Die film gaat er ook komen. Is er nu een nieuwe deadline? Wanneer is die?

H: Nu is het eigenlijk voor mezelf bepalen wanneer ik de film ga uitbrengen. Dat ga ik niet meer doen in 2020, want dan is 'ie van 2020 en dan is natuurlijk over vier maanden de film al verouderd, dus dat wordt ergens in 2021. We gaan nu een soort strategie opzetten om de film bij een groot filmfestival te pluggen.

P: Oké, succes daarmee natuurlijk, Harald. Nu ook succes met onze gesprekken, want jij gaat luisteren naar de verhalen en je gaat ook meedoen met de gesprekken met Hester Le Riche en met Jari Hazelebach. Je weet er al iets van natuurlijk. Kun je er nu al iets van zeggen? Wat vind je ervan? Wat verwacht je van deze bedrijven?

H: Wat ik sowieso mooi vindt aan allebei de bedrijven, is dat je ziet dat ze zeg maar maatschappelijk relevante thema's hebben opgepakt en die omzetten in een bedrijf. Ik ben zelf nogal een tech liefhebber, dus ik vind dit soort dingen gewoon wel hele coole ontwikkelingen om te zien.

P: Oké, Harald jij bent vandaag mijn co-host, dus voel je vrij om vragen te stellen en houdt de boel op scherp natuurlijk, maar daar ben jij als geen ander natuurlijk goed in.

H: Jij zegt het Paul.

P: Tijd voor onze eerste gast. Dat is Hester Le Riche, oprichter van Tover, een snelgroeiend bedrijf dat spellen ontwikkeld voor mensen met bijvoorbeeld dementie. Hester, bij veel mensen gaat er niet direct een belletje rinkelen, misschien als ik het zo zeg. Een aantal mensen die het weten natuurlijk wel. Kun jij in een half minuutje uitleggen wat jouw bedrijf precies doet?

HLR: Wij zetten inderdaad technologie in, in een omgeving waar wij denken dat we iets bij te dragen hebben. Daarmee zijn we gestart bij mensen met dementie en wij ontwikkelen spellen eigenlijk ten behoeve van hun welzijn. We proberen apathie, dus echt het stil zitten, te doorbreken dat is eigenlijk de grootste uitdaging. We doen dat door licht te projecteren op de eettafel en zo wordt eigenlijk die eettafel één groot speelveld. Inmiddels ontwikkelen we ook spellen voor mensen met een verstandelijke beperking en voor kinderen met een cognitieve uitdaging zoals autisme of downsyndroom. We kijken eigenlijk steeds naar de doelgroep en ook naar de omgeving waar deze doelgroep samen komt en wat daar de uitdaging is en dan starten we ons traject om spellen samen met hen te ontwikkelen.

P: Oké, het is ook meteen ook veel duidelijk nu jij het verteld dan wanneer ik het zeg, dat is ook prettig. Ik moet zeggen, er komt nog iets bij. Als je dit vertelt, dan denk ik: ja, dat kan bijvoorbeeld door persoonlijke ervaringen. Je ziet iets om je heen, je kent mensen om je heen, ouders, familie, vrienden of het kan te maken hebben met wetenschap. Bij jou had het volgens mij te maken met een promotieonderzoek, of niet?

HLR: Ja, dat klopt, ik denk dat het in die zin wel uit mijzelf kwam dat ik tijdens mijn studie aan de TU Delft eigenlijk altijd meer enthousiast werd van ontwerpprojecten die iets teweeg brengen. Het proberen te voorkomen van roken bij jongeren, of ... Er moest altijd wel een missie in zitten, merkte ik aan mezelf. Tijdens mijn promotieonderzoek kreeg ik eigenlijk de uitdaging om mensen met dementie te stimuleren om meer te bewegen door middel van design of technologie en dat heb ik met beide handen aangegrepen.

P: Natuurlijk, maar dan ben je wetenschapper en dat is soms een lastige combinatie, wetenschap en bedrijven neerzetten, wetenschapper en ondernemer zijn. Hoe is die ontwikkeling bij jou tot stand gekomen?

HLR: Ja, ik denk dat ik in eerste instantie een ontwerper ben en absoluut heel veel affiniteit heb met onderzoek, maar voor mij was het afronden van mijn proefschrift een grotere uitdaging dan het starten van een bedrijf.

P: Van wie kreeg je ondernemerslessen? Wie heeft jou dat vak bijgebracht?

HLR: Eigenlijk in ieder geval de drie mannen die dichtbij staan: m'n vader, m'n broer en m'n beste vriend, dus daar heb ik ontzettend veel van geleerd.

P: En wat? Want dat willen we graag weten, natuurlijk. Iedereen die dit hoort, die denkt nu: wat heb je geleerd? Misschien wil ik het zelf ook weten. Wat heb je van ze geleerd?

HLR: Om te beginnen dat is, denk ik, de start, zeg maar: het heel erg vertrouwen op je eigen intuïtie. Stiekem is ondernemen, in mijn beleving, één groot ontwerptraject. Je komt in een wereld waar je niets van af weet, je moet alles nieuw bedenken, en er moet ook een concept zijn, er moet een visie zijn, er moet een strategie zijn om te bouwen ... dat is eigenlijk hetzelfde als een product bedenken.

P:Ja, de wereld is een blank vel bijna.

HLR: Ja, dus ik denk dat ik vooral van deze heren, heel veel vertrouwen heb gekregen dat zolang ik maar echt op zoek ga naar de kern van wat ik deze wereld wil brengen dat het dan wel goed komt met de rest. Inmiddels gaat het goed.

P: Dat klinkt heel mooi, maar we hebben ... Harald, jij weet het uit eigen ervaring. We hebben natuurlijk heel veel verhalen van ondernemers gehoord en we weten ook dat dat juist vaak de lastigste periode is, omdat je geen inkomsten hebt en dat je misschien kunt gaan aarzelen heb ik wel de goede stap gezet. Dat je denkt, wanneer ga ik zwarte cijfers schrijven, duurt het echt zo lang, want ik hoor die wijze les in m'n achterhoofd, maar ik begin nu toch een beetje nerveus te worden. Hoe kom je die periode door?

HLR: Ik denk dat ik die periode, eigenlijk met een mazzeltje, misschien wel een beetje overgeslagen heb. Je hebt natuurlijk vaak een heel erg lang R & D-traject, dat was mijn promotieonderzoek en toen was ik nog helemaal niet van plan om een bedrijf te starten. Op het moment dat ik daarmee klaar was en inderdaad eerst had gekozen om het naar de markt en naar de zorginstellingen te brengen, kwam ik in contact met een hardware-ontwikkelaar. Hij heeft dus de hardware in eerste instantie ontwikkeld en wij de software en toen kon ik van start. Eigenlijk heb ik dus die periode die je net omschrijft, die heb ik denk ik wel anders beleefd, want toen was ik nog bezig met dat boekje.

H: Wat Hester zegt, vind ik namelijk wel herkenbaar. Dat ze zegt, wat is het belangrijkste: dat was gewoon beginnen. Dat zie ik zelf ook wel bij ondernemers met bijvoorbeeld een achtergrond in de consultancy of wetenschappelijk onderzoek dat ze heel lang blijven werken aan hun businessplan, voordat ze eindelijk eens een keer die stap maken. Als ze eenmaal begonnen zijn, dan werkt het wel. Jij hebt mooi, zeg maar, juist je proefschrift even laten liggen en bent gewoon met het bedrijf begonnen. Aan de andere kant, ben ik er ook altijd wel van overtuigd dat als je, je noemt het een mazzeltje en als ik wat dat betreft kijk naar mijn carrière, dan hangt dat met geluk en pech aan elkaar. Ik geloof er echter ook altijd wel in dat je mazzeltjes op de één of andere manier wel kan afdwingen. Als je er echt heel hard in gelooft en bereid bent er heel hard voor te werken, dan komen er ook dingen op je pad, zoals dat je toevallig die hardware-leverancier tegenkomt. Dat is dus eigenlijk geen mazzeltje, maar dat is iets wat je zelf voor elkaar hebt gekregen.

P: Natuurlijk wel hele goede mensen in je omgeving, echt in je directe omgeving, die je kunt vertrouwen. Dat lijkt altijd ook een beetje een flauw verhaal, maar ik denk dat het echt met hoofdletters geschreven mag worden.

H: Ja, absoluut. Ik ben zelf nog wel benieuwd naar wat zeg maar de turning point was dat voor jezelf bedacht: ik ga het zelf naar de markt brengen. In plaats van dat je als onderzoeker denkt: ik ben onderzoeker, dus ik geef het aan een ondernemer om het naar de markt te brengen. Wat heeft jou dat doen besluiten?

HLR: Ja, ik heb precies op dat punt gestaan. Eerst dacht ik, ik noem mezelf wel meer een ontwerper dan onderzoeker, ik kom met mijn concept bij een leuk ontwerpbureau dan heb ik én een baan en dan hoop ik dat mijn Tovertafel naar de markt komt. Dat was zeker het plan. Toen hebben we echter meegedaan met New Venture, een ondernemersprogramma/wedstrijd. In dat traject heb je verschillende stappen en werk je toe naar een businessplan. De eerste bijeenkomst zat ik in de zaal en toen dacht ik: ik ben natuurlijk de vreemde eend in de bijt, want hier zitten allemaal ondernemers en ik zit hier als ontwerper, maar op zoek naar een baan. Ik keek om me heen en ik zag zo veel van diezelfde passie, ze hadden een missie en ze waren ook even ongeduldig als ik. Ze wilden iets bereiken in de wereld en ik keek om me heen: oh, misschien ben ik wel een ondernemer? Ja, dat was de belangrijkste stap voor mezelf, in ieder geval voor m’n eigen stemming.

P: Je hebt het bewezen natuurlijk toen de eerste tafel verkocht werd en dat is natuurlijk ook een moment. Ik bedoel, dat vergeet je natuurlijk nooit meer.

HLR: Nee.

P: Nou, vertel maar.

HLR: Ik zat op het strand met een fles Champagne.

H: Ja, toch.

HLR: Ja, ik woonde ook in Kaapstad, dus ik ben vanuit Kaapstad het bedrijf gestart hier in Nederland, dus ik zat ook echt op het strand. Dat was soms heel gek en soms ook wel jammer, want je mist ook dingen natuurlijk. Inderdaad, toen die eerste werd verkocht, toen heb ik een kleine rondje door de tuin gerend.

P: Het is altijd wachten ook, tot de eerste wordt verkocht. Denk je dan, dat gaat binnen een week, binnen twee weken. Dat kan natuurlijk niet, er zit een langere periode tussen, maar kun je achteraf reconstrueren waarom het snel of misschien sneller is gegaan dan je dacht?

HLR: Ik denk dat het veel sneller ging dan ik had verwacht en dat kwam doordat ik een hele goede commerciële counterpart vond hier in Nederland. Ik ben helemaal niet commercieel of in ieder geval toen zeker niet, nu doe ik m'n best dat iets meer te worden. Ik was echter absoluut niet commercieel en hij floreerde daar in, dus hij had dat heel snel geregeld en ook nummer twee, drie en meer.

P: Kijk, dan heb je ... dat is natuurlijk een te mooi verhaal om te laten liggen. Dat heeft ook met marketing te maken, maar het is wel waar natuurlijk. Dat is namelijk, mevrouw Macron, Brigitte Macron, heeft ook het oog laten vallen op deze Tovertafel?

HLR: Ja, kijk de coronacrisis heeft natuurlijk een ongelooflijke impact op ons bedrijf en op al onze cliënten, want eigenlijk de problemen die we proberen te adresseren met Tovertafel werden alleen maar schrijnender. De behoefte aan aandacht, contact en stimulatie werden eigenlijk nog meer verarmd in een omgeving waar wij al van vinden dat er meer aandacht naartoe moet. Dat was natuurlijk heel hard, maar wat het wel heeft gedaan, is dat het veel zichtbaarder is geworden. Inderdaad een Brigitte Macron heeft gezegd: oké, nu op dit moment heeft de zorg onze steun nodig en dat kan in de vorm van dit soort technologieën. Zij heeft eigenlijk op play gedrukt en inmiddels zijn al meer dan 200 Tovertafels in Frankrijk geïnstalleerd met haar hulp. Ja, dat is natuurlijk, dat kan niet beter eigenlijk.

P: Haar hulp is prettig, je noemt de corona, een tijd waarin ... Ja, ik kijk even naar jou, Harald, omdat jij ... we hebben allebei een beetje een hekel aan al die verschrikkelijke termen die steeds een beetje clichématige gebruikt worden. In dit geval zou het zijn: 'jezelf opnieuw uitvinden'. Toch? Ik weet even geen beter woord. Het is iets wat je wel moet kúnnen en moet doen als ondernemer. Dat is jou ook al een paar keer gelukt. Maar hoe doe je dat dan, want het is dus inderdaad een term die je makkelijk op een congresje er even uitgooit?

HLR: Ik zat met mijn twee medeoprichters nogal verslagen op ons dakterras op kantoor, want buiten was natuurlijk minder gevaarlijk. Echt op vijf meter afstand, echt nog heel paranoia. Ja, we bespraken wat nu dan. Ik denk dat één van de dingen die we hebben veranderd, is de manier waarop we onze Tovertafels aanbieden en dat heeft allemaal met die kern te maken. Ons oude model was dus bijvoorbeeld: je koopt een tovertafel en negen spellen. We hebben inmiddels per doelgroep ongeveer 30 spellen en daar heb je geen toegang toe, totdat je extra spelen koopt. Daar gaan we nu mee stoppen. We zetten alle spellen erop, dan bedenken we maar een ander model, dus dat hebben we nu bedacht en ook dat gaat nu de lucht in.

P: Goed, maar waarom moeten bedrijven het altijd doen? Wat jij nu vertelt, dat is gewoon waar. Waarom moeten bedrijven het altijd doen, dat opnieuw jezelf steeds weer uitvinden?

H: Nou, dat omdat je ook wel gewoon als bedrijf en als ondernemer iedere keer weer geconfronteerd wordt met iets wat een bedreiging is in potentie en dan wordt er ook een beroep gedaan op je creativiteit om die bedreiging te overwinnen en dat om te draaien in een kans. Ik vertelde eerder dat ik voor die corona-overbruggingslening bezig ben geweest. Je zag daar ook bijvoorbeeld bedrijven die in de zorg bezig waren. Dan had je één soort bedrijf die kwamen in de 'huilie huilie modus', zal ik maar zeggen. Die zeiden: ja, wij kunnen ons product niet meer verkopen, want de zorginstellingen hebben wel wat anders aan hun hoofd dan ons product. Wat ik Hester net hoor vertellen is, misschien dan op vijf meter afstand, maar dat je dan toch gewoon gaat nadenken: oké, ons product is eigenlijk alleen nog maar meer nodig en we gaan ook nog meer geven en daarmee draai je het precies om. Ik denk dat dat iets is wat je eigenlijk continu moet blijven doen en proberen en ook als bedrijf zo flexibel mogelijk te blijven om iedere keer achteraf te kunnen zeggen dat je visionair was.

P: Hester, kun jij ons nog één goeie tip geven, voor de luisteraars, voor de mensen die deze podcast nu horen? Wat is echt een goede tip voor mensen die zeggen: ik wil ook ondernemen, ik hoor dit verhaal, misschien moet ik dit ter harte nemen. Iets wat echt een wijze les is, uit jouw mond.

HLR: Een wijze les: ik zou écht op zoek gaan naar iets wat je zelf in de wereld wil brengen en ik denk dan dat het pad gaat volgen. Ik denk namelijk dat je dan op elk moment dat je op een splitsing staat, altijd weet welke route je gaat nemen.

P: Ja, dat zou sowieso praktisch voor mij, want ik heb altijd een heel slecht richtingsgevoel, ook handig zijn. Ik snap wat jij bedoelt, in overdrachtelijke zin ook. Harald, wat vind jij, als je dit verhaal hoort? Het is ook weer een prachtig verhaal.

H: Zeker.

P: Zou jij toch nog wat kunnen toevoegen?

H: Nou, eigenlijk wil ik graag ... zeg maar wat Hester net vertelde over die commerciële counterpart, dat zou ik voor degenen die nu luisteren en van zichzelf weten: ik ben niet heel commercieel, ik ben bijvoorbeeld een ontwerper. Ik kom het ook in dat Energie-innovatiefonds zo vaak tegen dat mensen die heel erg product-focussed zijn niet op zoek gaan naar die commerciële counterpart, omdat ze ófwel denken dat het product zichzelf verkoopt. Nou: wake up, dat gebeurt niet, hoe mooi je product ook is! Op het moment dat je dus zelf bijvoorbeeld een achtergrond hebt in tech en niet die commerciële skills hebt, zoek iemand met wie je het samen groot kan maken en heb ook net zoveel respect voor wat diegene levert als voor wat jij doet ten opzichte van het product. Dat zie je namelijk ook nog wel eens dat mensen die vanuit het product gefocust zijn dat die eigenlijk sales en marketing een soort van 'gelegitimeerd liegen' vinden en dat is het natuurlijk niet: je moet er gewoon voor zorgen dat je samen je bedrijf groter maakt.

P: Oké, dank je Harald. Dank je wel, Hester Le Riche, oprichter van Tover.

HLR: Graag gedaan, dank je wel.

P: We gaan praten met Jari Hazelebach van SpeakSee, een bedrijf dat met hardware spraak razendsnel omzet in tekst. Jari, je bent 25, nog heel jong. Je bent het bedrijf niet zomaar begonnen, want je ouders zijn zelf allebei doof. Heb je toen gedacht: 'Ik moet zo snel mogelijk een bedrijf gaan starten om ze te helpen.'? Was het zo'n voor de hand liggend idee of niet?

J: Ja, eigenlijk is dat heel geleidelijk gegaan gedurende mijn jeugd. Ik zag tijdens familie-etentjes, kerstdiners en dergelijke, hoe lastig het was voor m'n ouders om gesprekken te volgen en dat zij eigenlijk niet veel meekregen. Voor mij was het heel pijnlijk om te zien dat zij daar zaten en dat ze niets konden volgen, dus ik voelde me dan ook vaak verplicht om toch heel duidelijk te gaan articuleren en een soort van 'vertolken' wat er werd gezegd, zodat zij toch wat mee konden krijgen. De keerzijde daarvan was wel, dat ik dan zelf niet echt meer kon genieten van m'n avond. Dat deed ik natuurlijk met heel veel liefde en plezier, maar dat in combinatie met het zien dat m'n ouders die pijn ervaren van het niet kunnen volgen van gesprekken is denk ik het zaadje geweest dat later mij heeft doen zoeken naar oplossingen.

P: Ja, maar oplossingen kun je op allerlei manieren gaan verzinnen. Jij hebt gedacht, ik doe dat door een bedrijf te beginnen, een bedrijf te starten. Dat doe je niet zomaar, dat weten we, dat is heel erg lastig. Dan begin je dus als ondernemer. Hoe heb je dat gedaan?

J: Ja, eigenlijk is het idee geboren toen mijn vader, ik, mijn zus en mijn moeder aan de eettafel zaten, en we dachten na over oplossingen hoe mijn ouders toch weer gesprekken konden volgen. Wat we deden is: we legden een smartphone op tafel. We gingen met z'n allen praten, en we keken, hoe goed werkt die spraakherkenning nou eigenlijk? Ja, op dat moment werkte de spraakherkenning nog helemaal niet zo goed. Toen gingen we op verder op zoek naar oplossingen en kwamen we een start-up tegen uit San Francisco. Zij hadden een app ontwikkeld die iedereen in een gesprek moet downloaden op z'n telefoon. Als doof persoon moet je dus dan vragen: "Kun je even een app installeren op je telefoon?" Vervolgens verbinden al die apps met elkaar en wordt de smartphone dicht bij de mond gehouden, wordt de spraak opgevangen en omgezet naar tekst. Om een lang verhaal kort te maken: ik ben uiteindelijk eerst voor hun in Nederland aan de slag gegaan, vrijwillig, om die app naar Nederland toe te halen. Dat was in Nederland niet zo succesvol, had niet zoveel gebruikers, omdat dus de spraakherkenning in het Nederlands het nog niet zo goed was. Ze zagen echter wel dat ikzelf potentie had, want we hadden de Philips Innovation Award gewonnen en de RTL Z inzake Beste Pitch. Toen hebben ze gezegd: 'Kom maar naar San Francisco', dus daar heb ik vervolgens ook een aantal maanden gezeten tot ik eigenlijk er achter kwam dat mijn ouders de app niet prettig vonden in het gebruik, omdat ze niet graag iedereen wilde vragen: 'Wil je even een app installeren op je telefoon?' Dat zag ik echt als een grote barrière en dat merkte ik ook bij de gebruikers. Vervolgens heb ik besloten om terug te gaan naar Nederland en toen kwam er een soort 'lightbulb moment', want m'n vader deed iets heel interessants: hij kocht namelijk een extra telefoon. Daar installeerde hij de app op, hij verbond die met z'n eigen telefoon en hij gaf die telefoon aan zijn collega. Toen dacht ik: als mijn vader zelfs bereid is om een telefoon te kopen om alleen een app daarop te installeren, waarom maken we dan niet gewoon een set van microfoons die hij gewoon kan uitdelen in een groepsgesprek? Het zijn namelijk vooral groepsgesprekken die enorm lastig te volgen zijn voor doven en slechthorenden. Toen is dus het idee geboren om een systeem van microfoons, tot aan negen microfoons kunnen worden verbonden, te ontwikkelen wat in verschillende kleuren per spreker binnen één seconde de spraak omzet naar tekst. Voor één-op-één gesprekken hebben ze nog hoortoestellen die wel wat uit kunnen maken en kunnen ze bijvoorbeeld spraak af zien, maar bij groepsgesprekken zijn er eigenlijk niet echt oplossingen, behalve dan een tolk. Veel mensen is echter een tolk best wel een drempel om een tolk altijd mee te nemen naar je vergaderingen. Daarnaast moet je ze van tevoren boeken, dus als je een keer een spontane vergadering hebt, dan lukt het ook niet om een tolk te boeken.

P: Nee, maar dat zie ik ook niet voor me! Daar zijn er ook te weinig van, dat werkt niet. Nee, dat moet gewoon ... daar hebben we de technologie voor natuurlijk. Je hebt ook al flink wat sprongen gemaakt dat heb ik van je gehoord. Je hoort Harald hier ook bij, maar het gaat veel verder dan dat, want misschien weet hij het niet, maar heel veel van die wijze lessen heb jij van Harald opgedaan. Je weet het niet, hè?

H: Nee.

P: Leuk hè, geweldig!

P: Nou, vertel het maar.

J: Ik heb Bedrijfskunde gestudeerd aan de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit en ik heb twee keer college gehad van Harald.

H: Ja.

P: Weet je het nog? Wat heb je geleerd van Harald?

J: Twee dingen zijn me heel goed bijgebleven: één ding was een interessant inzicht dat timing heel belangrijk is. Ik weet nog wel dat Harald heeft de Nederlandse Energie Maatschappij opgezet en daar is hij ingesprongen op het moment dat de regulering werd opgeheven en daar heeft hij op geanticipeerd. Daar is hij dus vervolgens heel goed op ingesprongen en dat zie ik eigenlijk bij heel veel technologische ontwikkelingen en marktontwikkelingen terug dat er een kleine window of opportunity is, waar je in moet springen.

P: Hoe weet je dat dan? Ik zou namelijk bijna zeggen, dit is nog de theorie, maar hoe weet je nou precies dat daar die window is, waar je in moet springen?

J: Dat kunnen we misschien beter aan Harald vragen.

P: Ja, laten we het doen, hij staat erbij. Harald, hoe doe je dat?

H: Het zit een beetje in wat ik net ook al zei toen we met Hester spraken: als je een bedreiging op je af ziet komen, betekent dat ook dat er een window of opportunity op je afkomt. Als je die bedreiging weet om te zetten in een kans, dan ben je voor ten opzichte van de partijen die dat ding als een bedreiging blijven zien. Op die manier kun je gewoon iedere keer kijken en dan kun je achteraf misschien een beetje met het schaamrood op je kaken zeggen: ja, die crisis die kwam ons best wel goed uit. Het is niet erg als bedrijven, als ze dat op een integere manier doen, toch garen spinnen bij een crisis, omdat ze een bedreiging weten om te zetten in een kans.

P: Ja, en dan het tweede. De tweede les die je van Harald hebt gekregen?

J: De tweede was: no money no fun. Dat was een uitspraak die-

P: Die hoor je niet zo vaak eigenlijk.

H: Geld doet er niet toe.

J: Bij de college heb ik terug ‘gegooid’, maar misschien dat

H: De uitspraak was iets genuanceerder.

P: Jammer, Harald.

H: Het is een uitspraak van Derk Sauer. Je business gaat over fun en profit. Je moet fun hebben, anders moet er überhaupt niet aan beginnen en je moet profit maken.

P: Ja.

H: Als je alleen maar verlies maakt: no fun. Dat was de uitspraak.

P: Toch leuk hoe die bij jou is blijven hangen, betekent dat ook dat je nu echt heel goed verdient?

J: Nou, dat nog niet, want we gaan nog naar de markt, maar het zet je wel aan het denken dat je ook als start-up ... je hebt natuurlijk een investering, maar op een gegeven moment moet je toch echt geld gaan verdienen om alle stakeholders tevreden te houden en ook de motivatie in het team te behouden.

P: Dat betekent dat je zegt, de volgende stap. Dat is echt een hele belangrijke, voor bijna iedereen ook, want je bent al een tijdje bezig en dan ga je naar de markt. Je wil groter worden, dan kun je allerlei termen opplakken. Dat doen we nu even niet. Je wil gewoon een groot snelgroeiend bedrijf zijn. Wat voor stappen ga je nu zetten?

J: We hebben al pilots met de Rabobank, het UWV, Coalitie voor Technologie en Inclusie en de Nationale Politie. Ik denk dat we dus al hele goeie stappen hebben gezet en met het succes wat we in die pilots eigenlijk hebben behaald gaan we nu in instantie 100 SpeakSee's produceren en vervolgens voor het einde van het jaar 1.000 SpeakSee's en dat wordt het eerste opschaalmoment.

P: Ja, dat vind ik dan toch een lastige altijd, want dat klinkt groot, maar je moet het een beetje in perspectief kunnen plaatsen. Op basis waarvan kom je op 1.000 uit? Waarom niet veel groter of veel meer of minder? Waar baseer je dat op?

J: Ja, dat is een afweging geweest. Aan de ene kant zijn er natuurlijk volop kansen in deze markt en is er ook heel veel interesse. We krijgen elke week heel veel leads binnen, mensen die echt het product graag willen gebruiken, dus we zouden ook kunnen zeggen: we gaan er 5.000 of 10.000 maken. In productie echter, als het gaat om fysieke producten, vooral ingewikkelde producten zoals elektronica is er ook een risico aanwezig. Als er nog iets gefinetuned moet worden, dan kun je maar beter met 100 units zitten en dat in stapjes opbouwen naar 1.000 en vervolgens 5.000 en 10.000 dan dat je in één keer 10.000 units produceert.

P: Ja, dat klinkt wel goed, Harald. Die verhalen hoor je toch ook vaak ook weer op de bekende congressen van: "Nee, meteen in één klap, bam, grote zevenmijlsstappen". De hele zaal begint te klappen, toen het nog kon, geweldig! Dit is echter verstandiger, of niet?

H: Het ligt er een beetje aan natuurlijk, zeg maar, ik kan nu niet inschatten of Jari té voorzichtig is of niet. Met Pieter Schoen deden we vroeger altijd 'de dood of de gladiolen' qua uitrol. We hebben ooit een slimme thermostaat op de markt gegooid en meteen op de televisie reclame gemaakt. Toen hadden we 8.000 aanvragen en vervolgens bleken mensen toch niet bereid om zes maanden op hun thermostaat te wachten. Je kan dus af en toe te snel gaan, maar ik zeg altijd wel gewoon, je moet er ook weer niet té bescheiden in zijn. Hoe meer je namelijk uiteindelijk in de markt hebt zitten, hoe moeilijker het ook wordt om gekopieerd te worden en om mensen te laten wennen aan één van je concurrenten, dus houdt het gaspedaal er wel op zou ik zeggen.

P: Ja, maar dat doet Jari volgens mij wel, want ik heb hier voor mijn neus een geweldig citaatje dat jouw naam, dat heb ik uit vijf interviews gehaald en steeds wordt dat erbij gehaald ... Zijn naam stond op jouw jonge leeftijd al in de Forbes 30 under 30. Dat wil je wel weten, dan denk ik: hoe kom ik daar?

J: Ja, iets doen wat je echt doet met je hart en ook nog iets wat mensen heel interessant vinden.

P: Je vertelt het vrij onderkoeld, van nou, gewoon doe iets met je hart. Kom op, dat is natuurlijk waanzinnig, dat je daar op zo'n plek terecht komt.

J: Het is natuurlijk supergaaf, dat soort vermeldingen zijn heel erg fijn voor de erkenning, dus ook fijn dat andere mensen zien dat wat jij doet een positieve bijdrage heeft. Aan de andere kant is het belangrijkste onze missie om doven en slechthorenden toegang te geven tot gesprekken. Ik denk dat ik blijer ben als die 1.000 stuks dadelijk door 1.000 mensen gebruikt worden met heel veel plezier en dat al die mensen weer toegang hebben tot gesprekken dan die vermelding, maar natuurlijk ben ik er wel heel trots op.

P: Ja, met natuurlijke achterdocht zou mij ... natuurlijk je bent trots, natuurlijke achterdocht dat kan niet, maar ik geloof je meteen. De manier waarop je het vertelt en je zegt ook: dat doet er veel meer toe. Denkt jouw ondernemersgeest echter niet in het achterhoofd: het is ook wel heel mooi, we gaan dat op elke uiting die we hebben erbij zetten dat je daar vermeld stond.

J: Ja, zeker. Dat doen we natuurlijk wel, ja. Het is natuurlijk een geweldig signaal, ook naar de buitenwereld toe.

P: Voor jou is echter inderdaad de oorsprong van je bedrijf, het zit natuurlijk ook heel diep en je helpt je ouders, daar komt het ook op neer en dat heb je van heel dichtbij gezien, dus dichterbij kan het bijna niet komen. Dat is een hele fantastische motivatie natuurlijk. Dat heb je gezien, je ouders zien het ook wat je nu doet. Wat hoor je van je ouders over dat je op deze manier nu je brood verdient?

J: Ja, die vinden het natuurlijk heel leuk dat ik hiermee bezig ben en die zijn er ook enorm trots op. Ja en voor mij is het natuurlijk enorm bevredigend, dat is echt waar ik het voor doe, als ik hun zie terwijl ze de technologie gebruiken en weer een gesprek kunnen volgen.

P: Nu heb jij zoals dat heet, in verschrikkelijke termen, een soort schaalbaar business concept. Ja, Harald het kan net, hè?

H: Ja, kan net.

P: Kan eigenlijk net hè.

H: Het is waar.

P: Maak jij andere beslissingen dan andere ondernemers die bijvoorbeeld met minder vreemd vermogen ondernemen dan jezelf?

J: Ik denk het wel. Als je kijkt naar meer traditionele vormen van ondernemerschap, denk ik dat men meer bezig is met hoe kan ik me onderscheiden op basis van USP's? Ik denk dat wij iets meer bezig zijn met hoe kunnen we zo innovatief mogelijk zijn en zo innovatief dat we iets maken wat andere mensen niet zo makkelijk kunnen namaken. Dat is iets wat je, denk ik, als traditionele ondernemer, de ondernemer van de bloemist op de hoek om zo maar even te zeggen dat die daar wat minder mee bezig zijn.

H: Eén van de dingen die ik wel heel interessant vindt om te zien, is hoe ondernemers die willen groeien zich onderscheiden van ondernemers die een beetje in een apathische toestand zitten. Groeiondernemers zijn altijd verhalenvertellers. Jari z'n 'light bulb moment', van: ik zie m'n vader een telefoon kopen en dat was het moment.

P: Ja.

H: Weet je wel en misschien is het iets minder prozaïsch gebeurd dan Jari net vertelde, maar dat zijn wel de verhalen die mensen ook bijblijven en waarvan ik denk dat is gewoon een goed verhaal waarmee je je bedrijf kan laten groeien.

P: Ja, dat weet ik wel zeker, dat is 'm ook bijna afsluiten, maar ik wil dat toch niet doen, want jij moet ook nog een goede ondernemersles geven, Jari. Daar heb je vast over nagedacht en misschien wel eentje, waardoor je denkt anderen te kunnen behoeden voor valkuilen.

J: Wat een beetje ook mijn persoonlijke motto is, en ik denk dat het ook heel toepasbaar is voor ondernemers: heb de rust om te weten wat je niet kan veranderen, de moed om te veranderen wat je wel kan veranderen en ook de wijsheid om het verschil tussen beide te zien.

P: Dan wil ik toch even van jou, Harald, nog weten: kijk, dit verhaal is heel mooi. Alle verhalen die we horen, het is ook echt een geweldig verhaal. Intrinsieke motivatie hoort er ook bij en maakt het nog sterker. Toch, wat kun je ook hier aan toevoegen? Wat zou nog beter kunnen?

H: Aan de ene kant zie ik dat Jari heel veel rust uitstraalt en de andere kant denk ik wel dat zijn bedrijf een wereldwijde pretentie heeft. Op het moment dat je misschien op een gegeven moment voelt van ga ik nu hard genoeg dat je een counterpart er nog bij krijgt, die die moed heeft om nog heel hard door te pakken en dat je die ook naast je neerzet. Op die manier kan je echt een bedrijf hebben dat op wereldwijde schaal mensen gaat helpen die jij intrinsiek wil helpen.

P: Ja, want zo groot ... zo schat je het wel in, zo groot kan het worden?

H: Ja, denk het wel. Het klinkt geweldig. Ik ben zelf wat meer commercieel van aard, dus ik zie natuurlijk ook nog allerlei andere toepassingen dan enkel dove mensen. Vertaalsoftware erin.

J: Die zijn er ook zeker inderdaad, ja.

H: Je kan over de hele wereld met elkaar in alle talen gaan communiceren, dus de potentie is enorm.

P: De potentie is ook de echte Forbes.

H: Zeker.

P: Oké, goed, dank je wel Harald.

J: Als Harald dat zegt, dat is een mooi compliment.

P: Ja, dat wilde ik zeggen. Hartelijk dank, Jari Hazelebach van SpeakSee, dank je.

J: Bedankt.

P: De afgelopen weken sprak KVK met zo'n 70.000 ondernemers uit verschillende branches om nóg beter te weten wat er allemaal speelt. Heb je daarom een ondernemersvraag? Bezoek dan KVK.nl of neem contact op met één van de adviseurs. Voor nu, bedankt voor het luisteren en tot een volgende aflevering.

Kennispartners  

       

KVK logo
088 585 22 22 Contact